Beleggen met impact in obligaties

Bewust vermogen portefeuille
Beleggen met impact in obligaties

Door: Rutger Schreuder en Michiel Lenstra – Mei 2021
Bekijk en download PDF versie van de paper

Wire Group werkt aan een Bewuste Economie – een waarde(n) gedreven economie met welzijn voor ál het leven als fundament. Als nieuwe-tijds vermogenspartner zijn we sinds 2010 specialist in Impact Investeren en Bewuste Vermogensallocatie. Als collectief van individuen, families en samenwerkingspartners onderzoeken en bieden we manieren om vermogen steeds bewuster in te zetten ten behoeve van meervoudige waarde – voor sociaal, ecologisch, financieel en persoonlijk rendement. Onze dienstverlening omvat het hele spectrum van persoonlijke bewustwording en familie-dynamiek tot impact strategie en vermogensvraagstukken. In elke samenwerking ambiëren we het concrete resultaat van bewuste vermogenskeuzes voor een betere wereld. We benaderen zakelijkheid op een persoonlijke manier en laten ons leiden door principes als transparantie, co-creatie en wederzijds plezier. Wij danken Triodos Investment Management voor het meelezen en het meedenken over dit paper.

Triodos Investment Management brengt beleggers die hun geld in willen zetten voor blijvende, positieve verandering samen met innovatieve ondernemers en duurzame bedrijven die precies daarmee bezig zijn. Op deze manier dienen wij als katalysator in die sectoren die een sleutelrol spelen in de transitie naar een eerlijker, duurzamer en menselijker wereld. In de 25 jaren waarin wij actief zijn als impactbelegger hebben wij een enorme kennis opgebouwd over sectoren als Energie & Klimaat, Financiële Dienstverlening in opkomende landen en Duurzame Voeding & Landbouw. Wij beleggen ook in beursgenoteerde ondernemingen die actief bijdragen aan onze duurzame transitiethema’s. Per ultimo 2020 bedroeg het vermogen onder beheer van Triodos Investment Management EUR 5,4 miljard. Triodos Investment Management is wereldwijd actief als impactbelegger en is een volledige dochteronderneming van Triodos Bank NV.

Inleiding

Bij de inrichting van je portefeuille van beleggingen wordt vaak een relatief groot deel van die portefeuille belegd in diverse vormen van obligaties, waaronder staats- en ondernemingsobligaties. Afhankelijk van de gekozen doelstelling en je voorkeuren kan dat deel oplopen tot ruim de helft van je totale portefeuille, waarmee dit een zeer belangrijke beleggingscategorie vormt. Doelstellingen en voorkeuren worden meestal bepaald aan de hand van factoren als verwacht rendement en risico en een wens tot spreiding over verschillende beleggingscategorieën.

Als obligaties dan een belangrijk deel van je beleggingsportefeuille zijn dan stel je je wellicht de vraag of die beleggingen dan ook aansluiten bij jouw waarden? Heb je een goed gevoel bij de beleggingen die je in je beleggingsportefeuille terugziet onder de categorie obligaties? Kan ik ook impact maken met deze beleggingscategorie? En zo ja, hoe doe ik dat dan, welke mogelijkheden zijn dan beschikbaar? Deze vragen, en natuurlijk de antwoorden daarop, zullen aan bod komen in dit paper.

Wire Group wil bijdragen aan en onderdeel zijn van een ‘bewuste economie’ waarin maatschappelijke en financiële waarde naast elkaar staan en elkaar aanvullen. De keuze voor de ene waarde sluit de andere niet uit. Sterker: er zijn steeds meer bedrijven die beide waarden belangrijk vinden en beide onderdeel maken van hun bedrijfsvoering. Er zijn steeds meer mogelijkheden om beide waarden onderdeel te maken van je beleggingsportefeuille en ook in het obligatiedeel van je beleggingsportefeuille neemt het aantal mogelijkheden snel toe. In dit paper nemen we je mee langs de verschillende categorieën van obligaties en wat daarin de mogelijkheden zijn om met impact te beleggen.

In ons vorige paper hebben we laten zien welke keuzes je kan maken als het gaat om beleggen met impact in beursgenoteerde aandelen (1). Daarvoor schreven we een paper waarin we je lieten kennismaken met green bonds en de mogelijkheden om deze specifieke categorie obligaties aan je beleggingsportefeuille toe te voegen (2).

In dit paper richten we ons op de andere vormen van obligatiebeleggingen. Zoals we zullen laten zien is deze beleggingscategorie zeer breed en heeft ze veel verschillende beleggingsmogelijkheden. We gaan in op hoe obligatiebeleggers, net als bij aandelen, invloed kunnen uitoefenen op de bedrijven waarin wordt belegd. Deze vorm van beïnvloeding wordt vaak aangeduid met de term engagement, een zeer belangrijke vorm van impact. We laten verder zien welke keuzes belangrijk zijn als je op een impactvolle manier in obligaties wil beleggen. Tot slot laten we aan de hand van een aantal concrete producten zien hoe die gemaakte keuzes zijn om te zetten in obligatiebeleggingen met impact.

Met dit paper willen wij als Wire Group beleggers de weg wijzen in de mogelijkheden om met impact in obligaties te beleggen en ze helpen om hun keuzes daarin te maken. Daarnaast willen we met dit paper bijdragen aan de bewustwording over impact beleggen, zeker in de brede beleggingscategorie obligaties.

Om de leesbaarheid over de verschillende beleggingscategorieën heen te faciliteren hebben we ervoor gekozen om de structuur van het eerdere paper over beursgenoteerde aandelen te volgen in dit paper.

We wensen je veel leesplezier en inspiratie en we hopen je kennis aangaande impact beleggen verder te verbreden en te verdiepen. We kijken uit naar je feedback en beantwoorden graag eventuele vragen die dit paper bij je oproept.

1 Afbakening

Het is goed om eerst even stil te staan bij de afbakening van de beleggingscategorie obligaties die we in dit paper bespreken. We richten ons hier op beleggingsmogelijkheden in de categorie obligaties die liquide zijn, waarmee we bedoelen dat het mogelijk moet zijn binnen een redelijk korte termijn en tegen beperkte kosten te kunnen in- en uitstappen in het obligatieproduct.

Als vuistregel hanteren we daarbij dat de beleggingsproducten die we bespreken minimaal op maandbasis verhandelbaar zijn (zowel ingaand als uitgaand) en dat de toe- of uittredingskosten niet hoger zijn dan 0,5%.

Dit betekent dat we hieronder bijvoorbeeld niet zullen ingaan op crowdlending platforms (denk aan Lendahand of PlumSeeds) of private debt (de “obligatie” variant van private equity). Dit betekent niet dat we dit soort van obligatiebeleggingen niet interessant vinden, ze passen alleen niet binnen bovenstaande afbakening. Zoals we hieronder nog zullen zien levert deze afbakening nog steeds een zeer rijk universum aan beleggingsmogelijkheden op.

Hoewel in de formele zin geen echte obligaties, besteden we binnen dit paper ook kort aandacht aan (beleggingsfondsen gericht op) microkredieten. Dit doen we omdat dit een manier is van impact beleggen in een rentedragend product dat al langere tijd beschikbaar en bij velen bekend is. Voor microkrediet is een aantal, betrekkelijk liquide, beleggingsfondsen beschikbaar

2 Waarom stilstaan bij obligaties ?

Om verschillende redenen nemen we in dit paper de beleggingscategorie obligaties nader onder de loep. We gaan in op de plaats van obligaties in de totale beleggingsportefeuille, obligatiebeleggingen als manier om invloed uit te oefenen op ondernemingen en rendement- en risico aspecten.

Obligaties als onderdeel van de totale beleggingsportefeuille
In de inleiding gaven we al aan dat obligaties, mede omdat dit een brede beleggingscategorie is met veel verschillende verschijningsvormen, in de meeste beleggingsportefeuilles een prominente plaats innemen.

Uiteraard verschilt per belegger de doelstelling van de beleggingsportefeuille en daarmee de specifieke invulling van die portefeuille. Obligatiebeleggingen worden vaak om verschillende redenen aan de portefeuille toegevoegd. Enerzijds speelt hierbij de wens tot het spreiden van risico’s over verschillende vermogenscategorieën een rol. Omdat de rendementen van aandelen en obligaties – wanneer we die over een langere periode bekijken – verschillend reageren op bijvoorbeeld macro-economische ontwikkelingen leidt dit binnen een beleggingsportefeuille tot een stabieler rendementspatroon. Daarnaast geldt natuurlijk dat het risicoprofiel van aandelenbeleggingen hoger is dan dat van obligatiebeleggingen. Afhankelijk van de risicovoorkeur van de belegger zal dit leiden tot het opnemen van een groter deel obligatiebeleggingen wanneer deze een lagere tolerantie heeft voor grote rendementsuitslagen in de beleggingsportefeuille.

Daarnaast spelen voor bijvoorbeeld pensioenfondsen en verzekeraars ook eisen die de toezichthouders aan deze partijen stellen een rol voor hun keuze voor het opnemen van obligaties in hun beleggingsportefeuilles. In gediversifieerde beleggingsportefeuilles, van zowel professionele, institutionele als kleinere beleggers, zien we obligaties vaak wel 40-50% van de totale beleggingsmix uitmaken (3).

Uit bovenstaande wordt duidelijk dat obligaties een belangrijk onderdeel van beleggingsportefeuilles vormen. Daarmee is het eveneens belangrijk te kijken naar de impact die je met deze obligatiebeleggingen Om verschillende redenen nemen we in dit paper de beleggingscategorie obligaties nader onder de loep. We gaan in op de plaats van obligaties in de totale beleggingsportefeuille, obligatiebeleggingen als manier om invloed uit te oefenen op ondernemingen en rendement- en risico aspecten. kan maken. Steeds meer beleggers hebben in toenemende mate de ambitie om hun hele beleggingsportefeuille in lijn met hun waarden in te richten. In ons aandelenpaper bespraken we al het Toniic T100 project en de aanpak van de RS Group als voorbeelden van initiatieven op het gebied van een totale impact portefeuille aanpak (4) Vanuit een ‘Bewust Vermogen’ perspectief gaat het er in de kern om dat je als investeerder een verbinding voelt met je vermogen, dat je inzicht hebt in de werking van je investeringen, in negatieve of positieve zin, en dat je daar bewuste keuzes in maakt.

Internationaal gezien is er een sterk groeiende belangstelling voor een dergelijke aanpak. Onderzoek van BlackRock, een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld, laat zien dat de markt voor beleggingsproducten met aandacht voor impact sterk groeit. Met een groei van het beheerde vermogen in dergelijke producten tussen 2013 en 2017 van bijna 50% spreekt de vermogensbeheerder van een markt die snel volwassen aan het worden is (5). Recent onderzoek door Morningstar laat zien dat deze trend verder versnelling heeft gekregen als gevolg van de sterke instroom in bestaande en de ontwikkeling van nieuwe beleggingsfondsen op dit gebied (6).

Invloed uitoefenen op ondernemingen
Beleggers in (beursgenoteerde) aandelen kunnen invloed uitoefenen op ondernemingen. Ondernemingen hebben positieve en negatieve impact op onder meer milieu- en sociaal gebied door bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen bij de productie en door het bieden van werkgelegenheid. Aandeelhouders zijn traditioneel de aangewezen partij om hun invloed op de onderneming aan te wenden, aangezien zij bijvoorbeeld kunnen stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en agendapunten op deze vergadering kunnen inbrengen. Op die manier kunnen zij rechtstreeks invloed uitoefenen op het beleid dat de onderneming voert.

De andere weg van beïnvloeding is om als aandelenbelegger het gesprek aan te gaan met de leiding van de onderneming over de gang van zaken op onder meer milieu- en sociaal gebied. Dit wordt aangeduid met de Engelse term engagement.

Aangezien obligatiehouders geen stemrecht hebben zou je op voorhand mogelijk verwachten dat deze engagement minder zinvol is. Waarom zou de leiding van een onderneming het gesprek met hen aangaan? En waarom zouden die obligatiebeleggers dat willen?

Een groot en steeds verder uitbreidend aantal obligatiebeleggers – zoals we ook zien bij aandelenbeleggers – integreert milieu-, sociale en governance factoren in het beleggingsproces (7) Als verstrekkers van kapitaal in de vorm van vreemd vermogen aan ondernemingen willen zij een goede inschatting kunnen maken van de risico’s die verbonden zijn aan hun belegging. Door actief met de ondernemingen in gesprek te gaan over de positieve en negatieve impact die de ondernemingen hebben ten aanzien van deze ESG-factoren krijgen zij beter zicht op de risico’s van beleggingen in die ondernemingen. Dit is een van belangrijkste redenen waarom steeds meer obligatiebeleggers ook actief het gesprek aangaan met de leiding van het bedrijf.

Een rapport van PRI, de leidende organisatie voor het promoten van responsible investments, laat zien dat steeds meer obligatiebeleggers op deze manier invloed uitoefenen op ondernemingen (8). Voor dit rapport heeft PRI een onderzoek gedaan onder haar leden naar engagement binnen de obligatieportefeuilles. Uit dit onderzoek blijkt dat 66% van de ondervraagden aan engagement heeft gedaan met onderliggende uitgevende ondernemingen van die obligaties.

Ondernemingen nemen de engagement door obligatiehouders uiterst serieus. Zij geven veel vaker nieuwe obligatieleningen uit dan dat ze een (aanvullende) aandelenemissie doen. Door transparant te zijn en actief in gesprek te zijn met de obligatiehouders over ESG-gerelateerde onderwerpen houden zij toegang tot deze belangrijke financieringsbron.

Voorbeeld van engagement door obligatiebeleggers
Actieve betrokkenheid bij bedrijven is een van de hoekstenen van de impactstrategie voor obligatie- en ook aandelenbeleggingen van Triodos Investment Management (hierna: Triodos IM). Via dialoog streeft Triodos IM naar bewustwording van duurzaamheid en zet het bedrijven aan tot actie om blijvende positieve verandering te bewerkstelligen. Die betrokkenheid begint tijdens het selectieproces en gaat door als bedrijven eenmaal zijn geselecteerd. Bedrijven worden actief gemonitord en elke 12 maanden opnieuw beoordeeld.

Analisten van Triodos IM hebben met Toyota de elektrificatie- en batterijstrategie van het bedrijf besproken. Toyota maakt deel uit van de portefeuille van Triodos Euro Bond Impact Fund (9) en is goedgekeurd voor belegging vanwege zijn toonaangevende inspanningen om de CO2-uitstoot van auto’s te verminderen. Het bedrijf is marktleider op het gebied van elektrische voertuigen (EV): een van elke twee wereldwijd verkochte EV’s is een Toyota-model. Een belangrijk discussiepunt was hoe het bedrijf omgaat met de duurzaamheidsrisico’s die verband houden met de productie van batterijen. Tegen 2025 wil het bedrijf een batterij-EV hebben voor elk van zijn standaard voertuigmodellen. Het bedrijf heeft opzettelijk de huidige generatie ion lithiumbatterijen overgeslagen en heeft zich volledig toegelegd op de volgende generatie ‘solid state’ batterijen. Deze batterijen presteren beduidend beter dan ion-lithiumbatterijen en vergen aanzienlijk minder zeldzame aardmetalen en chemicaliën in het productieproces. Deze batterijen komen in 2020 op de markt. Ook is Toyota al bezig met de ontwikkeling van de volgende generatie batterijen, de zogenoemde metaal-luchtbatterijen, die tegen 2030 op de markt zullen worden gebracht. Triodos IM volgt de voortgang van het bedrijf in zijn duurzaamheidsdoelstellingen.

Een ander voorbeeld van engagement heeft betrekking op de Belgische internet- en telefonieprovider Proximus. Met dit bedrijf is gesproken over systemen voor ouderlijk toezicht. De beschikbaarheid van een dergelijke gratis dienst speelt een belangrijke rol in de duurzaamheidsbeoordeling van een bedrijf. Triodos IM ziet het als een recht van klanten om hun minderjarige kinderen te kunnen beschermen tegen materiaal dat bedoeld is voor volwassenen. Momenteel biedt Proximus dergelijke diensten aan op zijn tv-platform, maar het is nog niet gratis beschikbaar voor zijn internetbrowsers. Het bedrijf bevestigde dat het momenteel werkt aan de implementatie van een systeem voor ouderlijk toezicht en een functie om de schermtijd voor zijn internetdiensten te bewaken. Proximus verwacht dat dit in de loop van 2020 zal worden geïmplementeerd.

Rendement en risico overwegingen
Vanuit hetgeen we hierboven schreven over beïnvloeding van ondernemingen wordt al duidelijk dat obligatiebeleggers oog hebben voor ESG factoren bij de ondernemingen waarin ze beleggen vanuit risicoperspectief. Zeker op ondernemingsniveau is dit duidelijk, zoals het voorbeeld van Volkswagen laat zien. Toen in 2015 het emissieschandaal naar buiten kwam steeg in zeer korte tijd de rentevoet voor Volkswagen op de obligatiemarkt zeer sterk. Verwijtbaar gedrag, slecht intern bestuur en het risico van claims door autobezitters en overheden werd op de obligatiemarkt onmiddellijk vertaald -via een hoger risicoprofiel – naar hogere leenkosten voor de automaker.

Het tegenovergestelde kan zich ook voordoen. Als de ondernemingen goed kunnen uitleggen aan beleggers welke maatregelen zij nemen om eventuele zorgen aangaande ESG factoren weg te nemen of hun duurzaamheidsscore verbeteren, is het zeer goed mogelijk dat zij zich tegen betere voorwaarden en lagere (rente)kosten kunnen financieren dan wanneer zij dit niet zouden doen (10).

PIMCO, een van de grootste obligatiebeleggers ter wereld, geeft aan dat zij ziet dat de obligatiemarkt in een unieke positie is om in te spelen op de financiering van ESG-gerelateerde projecten van ondernemingen. PIMCO stelt: “Daardoor kunnen we met obligatiebeleggingen aantrekkelijke rendementen én een positieve impact realiseren.” (11)

Voorbeeld van ESG-linked lening
Steeds vaker zien we ondernemingen naar de markt komen om leningen uit te geven die zijn gekoppeld aan specifieke doelstellingen op het gebied van bijvoorbeeld milieudoelen. Indien deze leningen verhandelbaar zijn via de obligatiemarkten dan worden deze leningen vaak aangeduid met termen als ESG-linked obligaties, Sustainability Linked obligaties of SDG-linked obligaties (12).

Wat deze categorie van obligaties bijzonder maakt is dat de leenvoorwaarden, meestal de rente die wordt betaald, mede afhangt van een of meerdere specifieke doelstellingen. Indien de onderneming een (of meerdere) specifiek gemaakte doelstelling(en) niet haalt dan moet aan de beleggers een extra rente worden betaald bovenop de reeds afgesproken rentevergoeding.

In oktober 2019 heeft het Italiaanse energiebedrijf Enel een primeur gehad met het succesvol uitgeven van obligaties die worden geclassificeerd als “general purpose SDG-linked bond”. Bijzonder aan deze obligatie is dat deze niet aan een specifiek project is gekoppeld, zoals dit vaak gebeurt indien de onderneming een green bond uitgeeft. ENEL kan de opbrengst van de obligatie gebruiken zoals zij dat wil, er zijn echter wel voorwaarden aan deze obligatie verbonden. Enel heeft zich namelijk gecommitteerd aan doelstellingen die zijn verbonden met twee specifieke SDG’s:
1. voor eind 2021 moet de capaciteit van de geïnstalleerde hernieuwbare energiebronnen minimaal 55% van de totale capaciteit van Enel zijn (SDG 7, betaalbare en schone energie)
2. voor eind 2030 moet ENEL haar uitstoot van broeikasgassen onder een bepaald minimumniveau hebben gebracht.

Als ENEL niet aan deze voorwaarden voldoet gaat de rente die zij aan beleggers moet betalen per voorwaarde 0,25% omhoog. Een maximale boeterente van 0,5% lijkt op zichzelf niet zo hoog. Echter, afgezet tegen de rente die wordt vergoed (voor de obligatie uitgegeven in euro van ongeveer 0%) is dit te zien als een forse extra rentebetaling. Daarmee is een stevige prikkel ingebouwd voor ENEL om de afgesproken doelen te halen.

Steeds meer onderzoek toont aan dat de relatie tussen ESG factoren en beleggingsrisico voor obligatiehouders sterk is. Hoe meer een onderneming rekening houdt in haar bedrijfsvoering met ESG factoren, hoe lager het risico. De Wereldbank, in samenwerking met het grootste Japanse pensioenfonds GPIF, onderschrijft dit verband op basis van vergelijking van diverse onderzoeken. Interessant is dat de onderzoeken ook concluderen dat het inbedden van ESG factoren bij de selectie van obligaties door beleggers niet leidt tot een verlaging van het verwachte rendement op die obligatiebeleggingen (13)

BlackRock komt – na eigen onderzoek – tot een vergelijkbare conclusie. Dit onderzoek laat zien dat beleggingsportefeuilles van obligatiebeleggers waarin bij de selectie ESG factoren een belangrijke rol spelen (“ESG-friendly portfolios”) vergelijkbare resultaten laten zien met portefeuilles die met die factoren geen rekening houden (14) In een recente studie van deze vermogensbeheerder wordt deze conclusie opnieuw bevestigd (15) Als een obligatiebelegger uitsluitingen van bepaalde ondernemingen combineert met de selectie van obligaties van de ondernemingen met relatief hoge ESG scores, dan blijft het rendement en risico van een dergelijke portefeuille vergelijkbaar met een portefeuille zonder uitsluitingen of focus op ESG.

Kijkend naar de resultaten van deze onderzoeken is rekening houden met de impact van de ondernemingen waarin je als obligatiehouder belegt een verstandige beleggingsaanpak.

3 Obligaties : een categorie met een grote verscheidenheid

Anders dan bij (beursgenoteerde) aandelen moeten we op deze plaats eerst even stilstaan bij de verschillende vormen van obligaties die voor beleggers beschikbaar zijn. Van de categorie beursgenoteerde aandelen bestaat eigenlijk slechts één soort. Bij obligaties echter kennen we juist een aantal verschillende soorten. Ten behoeve van de overzichtelijkheid kiezen we binnen dit paper voor de volgende indeling in drie categorieën:

1. Overheidsobligaties (en overheidsgerelateerde obligaties)
Dit zijn obligaties die zijn uitgegeven door nationale, regionale of lagere overheden of die van een van deze organen een garantie op rente- en terugbetaling hebben gekregen. We rekenen hieronder ook de obligaties van organen die georganiseerd zijn “boven” nationale overheden zoals de Europese Investeringsbank (EIB).

Over het algemeen gelden deze obligaties als minder risicovol, met name als het overheden van ontwikkelde landen betreft. Obligaties uitgegeven door ontwikkelingslanden, aangeduid met de Engelse term Emerging Market Debt, en zeker als ze zijn uitgegeven in een andere valuta dan de valuta van het eigen land gelden binnen deze categorie juist als meer risicovol

2. Bedrijfsobligaties
Zoals de naam van deze categorie al doet vermoeden worden deze obligaties uitgegeven door ondernemingen. Binnen deze categorie wordt vaak weer onderscheid gemaakt naar de kredietwaardigheid van de ondernemingen. De kredietwaardigheid geeft dan aan hoe groot de kans is dat de ondernemingen aan haar rente[1]en aflossingsverplichtingen kan voldoen. Een onderneming met een hogere kredietwaardigheid betaalt over het algemeen een lagere rente en kan eenvoudiger geld lenen via de uitgifte van obligaties. 3. Obligaties voor de financiering van specifieke (impact) doelen (impact bonds)
In deze categorie vallen alle obligaties die worden uitgegeven voor het financieren van een specifiek (impact) doel. Hieronder vallen bijvoorbeeld de green bonds uit ons eerdere paper. Opbrengsten van deze green bonds worden specifiek aangewend voor de financiering van activiteiten die gericht zijn op het creëren van een positieve impact op het milieu. De uitgevende instelling rapporteert ook seperaat over deze “groene” activiteiten.

Een ander, betrekkelijke nieuw, type van obligaties in deze categorie wordt gevormd door SDG Bonds. Dit zijn obligaties die projecten financieren die direct gekoppeld zijn aan een van de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Deze SDG’s zijn geformuleerd om te komen tot het beëindigen van armoede, het beschermen van de aarde en te helpen zorgen voor vrede en veiligheid op aarde (16). De Verenigde Naties schat dat voor het realiseren van de projecten jaarlijks een bedrag van tussen 3 en 5 biljoen Amerikaanse dollars nodig is. Hiervoor is financiering nodig vanuit overheden maar ook vanuit de particuliere sector. De SDG Bonds kunnen voor een deel in deze financieringsbehoefte voorzien.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Guterres, heeft in november 2020 herhaald dat deze SDG bonds een belangrijke rol zullen spelen bij het halen van de SDG’s omdat ” als we er niet in slagen deze doelen te halen, zullen de disrupties als gevolg van de klimaatcrisis voor onze economieën, gemeenschappen en mensen verbleken bij de gevolgen van de COVID-19 pandemie” (17).

Op deze plaats willen we ook kort stilstaan bij de zogenaamde social impact bonds, obligaties die vooral in de Verenigde Staten regelmatig worden gebruikt voor het financieren van specifieke, vaak lokale initiatieven met een bepaald maatschappelijk doel. Ook in Nederland zijn enkele voorbeelden van dit soort obligaties te vinden, zij het nog zeer beperkt. Deze social impact bonds zijn natuurlijk een duidelijk voorbeeld van impact bonds, waarbij de rente- en terugbetaling direct verbonden is aan het behalen van impact. Zij vallen echter vanwege hun structuur en verhandelbaarheid buiten de scope van dit paper zoals we dit onder de afbakening in het begin hebben aangegeven (18).

Naast de hierboven genoemde social impact bonds worden ook social bonds uitgegeven. Een belangrijke uitgever van deze social bonds is bijvoorbeeld de Nederlandse Waterschapsbank (NWB). In December 2020 heeft NWB haar eerste USD gedenomineerde SDG Housing Bond uitgegeven. Sinds de start van het social bonds programma heeft de bank in totaal voor EUR 16 miljard in Affordable Housing Bonds en SDG Housing Bonds geëmitteerd. Deze obligaties stellen NWB bank in staat om tegen aantrekkelijke voorwaarden de Nederlandse Woningbouwcorporaties te financieren bij het verder uitbreiden en verduurzamen van hun woningvoorraad (19).

Andere vastrentende beleggingen met een specifiek doel : microkrediet
Naast bovenstaand overzicht van de verschillende categorieën van obligaties is het passend om in de context van impact beleggen en beleggen in rentedragende producten ook kort stil te staan bij microkrediet. Vanuit de onderliggende doelstelling (verstrekken van leningen aan kleine bedrijven en individuen, vaak in ontwikkelingseconomieën, die geen toegang hebben tot de gevestigde financiële instellingen (zoals banken) zou deze vorm van krediet kunnen vallen onder de laatst beschreven categorie, met dat verschil dat het hier niet gaat om beleggingen in specifieke obligaties.

Overigens, steeds meer wordt gesproken van microfinanciering in plaats van microkrediet, omdat het steeds vaker gaat om het in de breedte aanbieden van financiële diensten en producten aan hen die daar veelal geen toegang toe hebben via de “reguliere” kanalen zoals banken die lang niet altijd vestigingen hebben in afgelegen gebieden. Hierbij kan – naast het verstrekken van leningen – ook worden gedacht aan spaarproducten, verzekeringen, bancaire dienstverlening en leningen ten behoeve van onroerend goed.

Een reden om deze vorm van kredietverstrekking hier ook kort te noemen is dat er goede mogelijkheden zijn om hierin te beleggen via beleggingsfondsen die zich hier op richten. Dit maakt het voor beleggers mogelijk om op een goed gespreide wijze te beleggen in deze vorm van kredietverstrekking. Een voorbeeld van een beleggingsfonds dat via niet-beursgenoteerde leningen (private debt, ofwel onderhandse leningen) specifieke impactdoelen financiert, is Triodos Microfinance Fund. Dit fonds verstrekt leningen en aandelenkapitaal aan microfinancieringsinstellingen en draagt zo bij aan het opbouwen van een robuuste, transparante en inclusieve financiële sector in opkomende landen (20).

Een studie van Ortec Finance, uitgevoerd in opdracht van Triodos Investment Management, toont aan dat het toevoegen van een fonds als Triodos Microfinance Fund gunstig is voor het risico-rendementsprofiel van een gediversifieerde beleggingsportefeuille (21). De reden hiervoor is dat dit fonds over het algemeen een relatief geringe correlatie heeft met de meest gebruikelijke risicobepalende factoren.

4 Welke afwegingen dient een impact belegger in obligaties te maken ?

Net als bij de keuzes die een belegger moet maken bij beleggen met impact in beursgenoteerde aandelen, moet ook nu op een aantal fronten keuzes en afwegingen worden gemaakt. Deze keuzes beschrijven we hieronder en is te zien als een overzicht van de vragen die je jezelf kan stellen bij beleggen met impact in obligaties. Zoals we laten zien bij de bespreking van deze afwegingen geldt dat sommige van de te maken keuzes met elkaar zijn verbonden.

In welke obligatiecategorie wil ik beleggen? Om direct aan te sluiten bij hetgeen we hierboven bespraken: een keuze voor impact beleggen in obligaties betekent ook direct een keuze maken voor een bepaalde categorie. Zoals we hieronder bij het benoemen van de verschillende impactklassen nog zullen laten zien heeft elke categorie ook weer mogelijkheden in zich om op verschillende manier impact te realiseren.

De mate van impact die je kan bereiken binnen staatsobligaties is anders dan bij bedrijfsobligaties. Aangezien het in veel gevallen gaat om dezelfde onderliggende ondernemingen lijken de impact afwegingen in het geval van bedrijfsobligaties op die van (beursgenoteerde) aandelenbeleggingen. Zoals de naam al aangeeft is bij impact bonds de relatie nog directer: het gaat vaak om obligaties die voor een specifiek (impact) doel worden uitgegeven.

Verschillen tussen de diverse categorieën komen onder meer tot uitdrukking in verschillen in het verwachte rendement, de onderliggende risico’s en de mate van verhandelbaarheid. Daarnaast geldt dat ook binnen de verschillende categorieën veel mogelijkheden zijn, onder meer in verschillende looptijden en tussen obligaties uitgegeven in diverse valuta. Indien de belegger ervoor kiest om ook obligaties op te nemen die niet in euro zijn uitgegeven wordt het aantal mogelijkheden groter, zeker in de categorie van impact bonds.

Zelf doen of laten doen?
Net als bij beursgenoteerde aandelen heeft de belegger die met impact in obligaties wil beleggen de keuze om dat zelf te doen. Gezien de diversiteit van de categorie, zoals we hierboven al kort aanhaalden, betekent het voor de belegger die zelf een portefeuille opbouwt en onderhoudt dat er een flink aantal beleggingsbeslissingen moet worden genomen.

Als alternatief, net als bij de beleggingscategorie aandelen, kan je ervoor kiezen om in plaats van zelf een portefeuille van individuele obligaties samen te stellen een keuze te maken uit het aanbod van beleggingsfondsen die beleggen in obligaties. In toenemende mate zijn er daarbij keuzes te maken voor aanbieders van dergelijke beleggingsfondsen waarbij ook ESG factoren worden ingezet, of waarbij de aanbieder actief het gesprek met de uitgevende partij aangaat over de impact (engagement).

Tot slot: er zijn ook vermogensbeheerders aan wie je deze selectie uit handen kan geven en die je kunnen ontzorgen ten aanzien van de te maken keuzes op het gebied van impact beleggen binnen de beleggingscategorie obligaties. Deze vermogensbeheerders kunnen, vanaf een bepaalde minimum inleg, een op maat gemaakte portefeuille van obligaties voor je opzetten en beheren, rekening houdend met jouw specifieke wensen.

We hebben gemerkt dat het aanbod van beleggingsproducten op het gebied van impact beleggen bij obligaties sterk groeiend is. In de afgelopen periode is een groot aantal nieuwe producten ontwikkeld. Hierbij zijn er natuurlijk verschillen in aanpak, zowel ten aanzien van de obligatiecategorie waar de aanbieder zich op richt als de mate van integratie in het beleggingsproces van ESG factoren en/of het realiseren van positieve en het vermijden van negatieve impact. Verderop in dit paper zullen we bij een aantal van deze producten stilstaan en deze verschillen benoemen.

Welke impactklasse kies ik?
Ten behoeve van het overzicht verdelen we het impact spectrum waarin de belegger zich kan bewegen in twee delen: de impact klasse “ESG focus” en de impact klasse “investeren in oplossingen” (22). In beide gevallen is sprake van impact, de mate waarvan verschilt zoals we hieronder per obligatiecategorie zullen toelichten. ESG Focus
Bij deze impact klasse kijk je naar de activiteiten en/of het gedrag van de uitgever van de obligatie en hoe deze factoren aansluiten bij jouw waarden of internationale normen. Dit kan leiden tot het hanteren van een uitsluitingslijst: een lijst van landen, sectoren en/of ondernemingen waarin je als belegger niet wil investeren. Dit is een voorbeeld van negatieve screening, ook wel uitsluiting genoemd.

In het geval van overheids(gerelateerde) obligaties wordt hierbij veel gebruikt gemaakt van bijvoorbeeld de EU sanctielijst of die van de VN Veiligheidsraad om aan te sluiten bij internationale normen. Dit is een logische stap, vaak ook omdat er een sprake is van een internationale sanctie tegen een bepaald land waardoor beleggen in (obligaties van) dat land wettelijk niet is toegestaan.

Als je uitgaat van jouw eigen waarden wil je waarschijnlijk een stuk verder gaan dan alleen kijken naar wat op een internationale sanctielijst staat. Sommige beleggers kijken naar de ontwikkelingen in een land, bijvoorbeeld hoe is de mensenrechtensituatie, hoe is het gesteld met de bestrijding van corruptie of hoe gaat het land om met het beschermen van het milieu? Dit leidt er dan toe dat bepaalde landen, die niet goed op deze criteria scoren, ook worden uitgesloten van belegging. Hieronder geven we een voorbeeld van hoe waarden invloed kunnen hebben op het beleggingsbeleid van een belegger in staatsobligaties.

Waarden bepalen het beleggingsbeleid: voorbeeld van Hawksmoor Investment Management.
Hawksmoor Investment Management, een Engelse vermogensbeheerder, wil binnen de ESG beleggingsfondsen die ze beheert consistent zijn in het toepassen van de uitgangspunten van haar ESG beleid. Het consistent toepassen van het gevoerde beleid geldt voor hen voor ondernemingen en ook voor landen (23).

Het hoofd beleggingen, Jim Wood-Smith, komt tot de conclusie dat als hij het ESG beleid toepast, Hawksmoor niet in Amerikaanse staatsobligaties kan beleggen. De reden hierachter ligt op het gebied van zowel mensenrechten als klimaatverandering. Met het openhouden van Guantanamo Bay schenden de Verenigde Staten de Geneefse Conventie en kan de vermogensbeheerder dat niet verenigen met de uitgangspunten binnen het ESG-beleid ten aanzien van mensenrechten. Ten aanzien van klimaatverandering geldt dat het terugtrekken door de Verenigde Staten uit het Parijs COP21 akkoord niet rijmt met het ESG-beleid van Hawksmoor (24).

Dit betekent dat de vermogensbeheerder ervoor kiest om de grootste en meest liquide markt ter wereld voor staatsobligaties uit te sluiten van belegging binnen haar ESG fondsen. Uiteraard kun je ook zoeken naar landen die het best aansluiten bij jouw waarden en het daarmee omdraaien: dit wordt aangeduid met positieve screening. Dan kies je er actief voor om te beleggen in obligaties van die landen die het meest doen voor het verbeteren van de mensenrechten wereldwijd of die voorop lopen in het nemen van maatregelen om de CO2-uitstoot te beperken.

ESG factoren bij de selectie van staatsobligaties.
Traditioneel bepalen macro-economische factoren voor een belangrijk deel de (relatieve) aantrekkelijkheid van landen binnen de categorie staatsobligaties. Denk hierbij aan factoren als: hoe is het met de overheidsfinanciën van een land gesteld, hoe ziet de inflatieverwachting eruit voor een bepaald land of hoe goed is het land in het verleden haar betalingsverplichtingen nagekomen. Daarnaast zien we bij beleggers steeds meer aandacht voor en onderzoek naar de invloed van ESG factoren om te bepalen hoe aantrekkelijk het is te beleggen in de staatsschuld van een land (25)

Om een idee te krijgen van de stand van zaken in een land aan de hand van deze factoren kun je bijvoorbeeld kijken naar de data die door de Wereldbank hierover wordt verzameld (26). Van nature zullen veel van deze factoren niet snel veranderen: het duurt jaren voordat je een nieuw schoolsysteem hebt geïmplementeerd of de energiemix van de elektriciteitsproductie hebt veranderd. Daarom kijken beleggers, met behulp van big data, ook naar nieuwsartikelen en tellen de frequentie van berichten die gekoppeld zijn aan deze ESG factoren. Op die manier krijg je een beeld van hoe op korte(re) termijn de ontwikkeling is van de genoemde ESG factoren, naast het meer stationaire beeld dat ontstaat vanuit de dataset van de Wereldbank.

Door deze twee datasets te gebruiken konden onderzoekers van BlackRock aantonen dat tot wel 25% van de renteverschillen tussen staatsobligaties van gelijke looptijd van opkomende landen (Emerging Market Debt) hieruit kon worden verklaard. Sterker nog, de verklarende kracht van ESG factoren die op deze manier zijn samengesteld bleek een belangrijker verklarende factor voor deze renteverschillen dan de verschillen in mate van kredietwaardigheid (credit rating) door rating agencies als S&P en Moody’s.

Hieruit wordt duidelijk dat het toepassen van ESG factoren een belangrijke bijdrage kan leveren bij het samenstellen van een portefeuille van staatsobligaties.

Op eenzelfde manier kun je kijken naar je beleggingen in bedrijfsobligaties. Beleggers die de eerste stappen zetten bij het meenemen van de impact dimensie in hun beleggingsportefeuille gaan vaak over tot het uitsluiten van bepaalde sectoren of bedrijven. Je kan hierbij denken aan obligatiebeleggingen in de wapenindustrie of tabaksindustrie. Ook hier kun je weer verder gaan en beter aansluiten bij jouw waarden door via positieve screening te beleggen in de obligaties van bedrijven die rekening houden met de invloed die zij uitoefenen op sociaal, milieu- en governance vlak. Zo kun je ervoor kiezen om te kijken of het bedrijf waarin je belegt op een goede manier omgaat met de rechten van haar werknemers (ook in het buitenland), of ze een beleid hebben om hun water- en energiegebruik te beperken en of ze op een goede manier verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. De bedrijven die in jouw ogen het best omgaan met deze factoren komen dan voor opname in de portefeuille in aanmerking.

Een andere manier van het integreren van sociale, milieu- en governance factoren is door te kijken welke ondernemingen juist de grootste stappen maken op deze gebieden. Dit betekent dan dat je je niet richt op de ondernemingen die nu al het verst zijn of de beste scores hebben, maar juist op die ondernemingen die de meeste voortuitgang boeken. Dit wordt ESG-momentum genoemd en wordt door sommige vermogensbeheerders ook gebruikt in hun selectieproces. Onderzoek laat zien dat het toepassen van ESG-momentum een succesvolle beleggingsstrategie kan zijn binnen beursgenoteerde aandelenportefeuilles (27) Hoewel verder onderzoek daarvoor nog eerst nodig is lijkt het aannemelijk dat dit op vergelijkbare wijze geldt voor bedrijfsobligaties. Binnen de ESG indexreeksen van indexsamensteller MSCI zien we ook dat wordt gewerkt met ESG-momentum. Hierop zullen we nader ingaan wanneer we hieronder de mogelijkheden binnen passieve ESG producten bespreken.

Elke belegger maakt bij negatieve en positieve screening eigen afwegingen, aansluitend bij waarden die belangrijk zijn. Om te komen tot uitsluitingen of een lijst van landen, sectoren en bedrijven waarin je juist zou willen beleggen moet je als belegger onderzoek doen naar de ESG factoren die voor jou belangrijk zijn.

Het screenen van bedrijven op ESG factoren is een tijdrovend proces, daarom gebruiken fondsmanagers en vermogensbeheerders hiervoor gespecialiseerde onderzoeksbureaus. De grotere onder deze bureaus als Sustainalytics, MSCI, Vigeo Eiris en ISS ESG zie je vaak terug in publicaties over ESG factoren. Daarnaast zijn er allerlei nieuwe initiatieven die zich vaak exclusief op ESG research richten, waaronder Arabesque, Util en Screen17. Uit de recente golf van deelnemingen in en overnames van dit soort gespecialiseerde bureaus blijkt dat deze markt sterk in beweging is. Gevestigde partijen nemen deze bureaus over om te kunnen profiteren van de door hen opgebouwde expertise op het gebied van onderzoek naar ESG factoren (28).

Als je ervoor kiest om je vermogen te laten beheren door een vermogensbeheerder, in plaats van zelf je beleggingen te selecteren, dan is het van belang om te onderzoeken welke impact criteria en ESG factoren de vermogensbeheerder gebruikt. Komen deze criteria overeen met hetgeen jij belangrijk vindt? Daarnaast: in hoeverre zijn ESG factoren ingebed in het selectieproces bij de vermogensbeheerder en zijn ze leidend voor de beleggingen die uiteindelijk in jouw beleggingsportefeuille terechtkomen?

Investeren in oplossingen
Bij deze impact klasse, zoals de naam al aangeeft, gaat het niet om uitsluitingen of je richten op obligatiebeleggingen die een (relatief) hoge ESG score of hoog ESG-momentum hebben. Bij deze impact klasse richt je je op beleggingen die (rechtstreeks) een bijdrage leveren aan het oplossen van onder meer sociale- en milieuproblemen. Dit sluit naadloos aan bij de obligatie categorie impact bonds, omdat daar juist obligaties worden uitgegeven om een bepaald, specifiek (impact) doel te financieren.

Steeds meer overheden – lagere overheden en supranationale organisaties, maar in toenemende mate ook nationale overheden – geven impact bonds uit. Dit is een vooralsnog klein, maar snelgroeiend segment van de obligatiemarkt.

Een goed voorbeeld van een (regionale) overheid die impact bonds uitgeeft is de Franse regio Ile de France. Met meer dan 12 miljoen inwoners is dit de dichtstbevolkte regio van Frankrijk. Het is de thuisbasis van 23% van de Franse beroepsbevolking en heeft een relatief jonge bevolking, met 55% jonger dan 40 jaar. Als een van de rijkste regio’s in zowel Frankrijk als Europa heeft Ile de France een hoogopgeleide beroepsbevolking, een van Europa’s meest ontwikkelde transportnetwerken (200 km metrolijnen, 1.820 km spoorwegen, 100 km tramsporen), de grootste luchthaven van Continentaal Europa en een wereldberoemde culturele en toeristische bestemming – de stad Parijs. Regio Ile de France geeft sinds 2012 regelmatig impact bonds uit. De opbrengst van deze obligaties, die deel uitmaken van de portefeuille van Triodos Euro Bond Impact Fund (29), wordt gebruikt voor diverse duurzaamheidsdoelen, zoals het financieren van gebouwen en uitrusting voor onderwijs en recreatie, het financieren van openbaar vervoer en duurzame mobiliteit, het stimuleren van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, het financieren van sociale projecten om kwetsbare bevolkingsgroepen te helpen en het bevorderen van biodiversiteit.

Voorbeelden van projecten die met de opbrengst van de uitgegeven impact bonds zijn gefinancierd zijn:
• De bouw van de Emily Brontë middelbare school in Lognes, die plaats zal bieden aan 1.015 leerlingen. De school zal gebruikmaken van hernieuwbare energie en wordt gebouwd met minimale verstoring van het milieu.
• Uitbreiding van metrolijn 11 in Parijs naar Rosny-Bois-Perrier. Het aantal gebruikers dat overstapt van personenauto op lijn 11 wordt geschat op ongeveer 7%, ofwel 1,33 miljoen minder privé-autoritten per jaar. Dit bespaart de uitstoot van 3.255 CO2 teq / jaar.
• De bouw van 117 nieuwe, milieu gecertificeerde woningen voor mensen met een laag inkomen in Neuilly-sur-Marne. Het project leverde 153 voltijdsbanen op.

Eerder in dit paper noemden we al de green bonds die worden uitgegeven voor de financiering van specifieke projecten, gericht op het creëren van positieve milieu-impact. De opkomende categorie van SDG bonds, gericht op de financiering van projecten die zijn verbonden met een van de 17 SDG’s zijn natuurlijk ook een aansprekend voorbeeld in dit verband. Tot slot verwijzen we hier naar de eerdere toelichting op microkrediet dat ook kan worden gezien als een mogelijkheid om in oplossingen te investeren (30).

Hoe werkt investeren in oplossingen in de praktijk van Triodos IM ?
De Impact Equities and Bond fondsen van Triodos IM beleggen in beursgenoteerde aandelen en obligaties. Zij beleggen uitsluitend in bedrijven en organisaties die een actieve bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzame samenleving en oplossingen ontwikkelen voor de belangrijkste duurzaamheidsuitdagingen. Zij gaan hiermee verder dan conventionele uitsluitingen op basis van milieu-, sociale en governance (ESG) standaarden. Ondernemingen worden geselecteerd op basis van zeven thema’s die bepalend zijn voor de transitie naar een duurzame economie. Deze transitiethema’s zijn afgeleid van wereldwijde megatrends waarvan zij denken dat ze de toekomst vorm zullen geven: 1. Hernieuwbare grondstoffen
2. Circulaire economie
3. Duurzame voeding en landbouw
4. Duurzame mobiliteit en infrastructuur
5. Inclusieve samenleving
6. Gezonde en welvarende mensen
7. Innovatie voor duurzaamheid

Elke belegging in de portefeuilles moet met haar producten, diensten en/of bedrijfsmodel een significante bijdrage leveren aan ten minste één transitiethema. Dit noemen we positieve screening. Bovendien voldoen ze ook aan hun, binnen de sector toonaangevende, minimumstandaarden voor processen, producten en voorzorgsmaatregelen. Deze minimumstandaarden zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat ondernemingen op andere vlakken de overgang naar een duurzame samenleving niet belemmeren of in gevaar brengen.

Wil ik actief of passief beleggen?
Net als bij aandelen zijn er voor obligatiebeleggers ook steeds meer mogelijkheden om passief te beleggen. Bij passief beleggen volg je als belegger een bepaalde index. De samenstelling van je obligatieportefeuille is dan vrijwel exact gelijk aan die van de index. Bij actief beleggen wordt een portefeuille van obligatiebeleggingen gekozen die niet de samenstelling van de index zo precies mogelijk volgt. Er worden “actieve” keuzes gemaakt door de belegger of de vermogensbeheerder die is ingehuurd, waarbij actief dan staat voor afwijkend ten opzichte van de index. Om die reden is actief beleggen dan ook doorgaans (significant) duurder dan passief beleggen. Actief versus passief bekeken vanuit rendementsperspectief
Mede als gevolg van het gegeven dat actief beleggen in de regel een stuk duurder is dan passief beleggen zijn ook de resultaten van deze actieve fondsen vaak niet veel beter dan die van passieve fondsen. Onderzoek van Vanguard naar actieve obligatiefondsen bevestigt dit beeld: fondsen die consistent beter presteren dan de index maken slechts een zeer beperkt deel uit van het totale aanbod aan obligatiefondsen (31). Lagere kosten voor het beheer en de wisselende prestaties van actief beheerde beleggingsproducten zijn de belangrijkste factoren achter de groei van passief beheerde producten zoals indexfondsen en ETF’s. Data van Morningstar (32) laat zien dat wereldwijd binnen de beleggingscategorie aandelen 40% (USD 7.500 miljard) in passieve beleggingsproducten wordt beheerd. Voor obligatieproducten is dat 21% (USD 1.600 miljard). Vooral op de Amerikaanse markt voor beleggingsfondsen nemen passieve fondsen een relatief groot marktaandeel in. In 2018 was het marktaandeel gestegen tot 40% van alle aandelen en obligatiebeleggingen, tegen een marktaandeel van 27% vijf jaar eerder. De volatiliteit op de financiële markten in de eerste helft van 2020 hebben de trend van het toenemend marktaandeel voor passieve producten alleen maar versterkt (33).

Actief versus passief bekeken vanuit impact perspectief Het is van belang hier op te merken dat bij passief beleggen nog steeds een keuze moet worden gemaakt: de keuze voor welke index je dan wil volgen. Zoals we hieronder bij het bespreken van de concrete beleggingsmogelijkheden nog zullen laten zien zijn er verschillende indices waaruit een obligatiebelegger kan kiezen. Ook als het gaat om indices die worden samengesteld op basis van een eerste ESG screening.

Om een goede keuze te kunnen maken moet je dan nog steeds onderzoeken in welke mate de keuzes die de bedenker van de desbetreffende index heeft gemaakt aansluiten bij jouw waarden. Zijn de keuzes die worden gemaakt bij het samenstellen van de desbetreffende index passend voor hetgeen jij als obligatiebelegger in termen van impact wil bereiken? En daarnaast, wat is het beleid van de aanbieder van het indexproduct met betrekking tot het actief aangaan van de dialoog met de uitgevers van de obligaties die in de index zitten (engagement strategie)?

Bezien vanuit impact perspectief zullen actieve beheerders van obligatieproducten, waarbij sprake is van een bij jouw waarden aansluitende ESG integratie in het beleggingsproces of die zich richten op het investeren in oplossingen, over het algemeen een hogere impact weten te realiseren in vergelijking met passieve producten. Door af te kunnen wijken van (duurzame) obligatie-indices kunnen fondsbeheerders ervoor kiezen meer gewicht te geven aan die uitgevende instellingen van obligaties die naar verwachting de meeste positieve impact zullen creëren.

Het is echter een misvatting dat passieve ESG producten vanuit impact perspectief weinig zinvol zouden zijn. Uit onderzoek van BlackRock (34) blijkt dat de impact zelf zeer groot kan zijn. In dit onderzoek vergeleek de vermogensbeheerder de milieu impact van een aantal standaard obligatie indexen met die van hun ESG tegenhangers. De milieu impact werd hierbij gemeten aan de hand van de hoeveelheid CO2-uitstoot per miljoen omzet of nationaal inkomen. Zoals het plaatje op de volgende pagina laat zien is vooral voor beleggingen in staatsobligaties van opkomende landen (Emerging Markets Debt) het verschil in milieu impact zeer groot. Ook het verschil tussen de standaard en de ESG index voor bedrijfsobligaties met een lagere kredietwaardigheid (high yield obligaties) is groot. Dit laat zien dat het gebruik van passieve producten significant kan bijdragen aan het bereiken van (in dit geval: milieu-) impact binnen de beleggingsportefeuille.

Afsluitend woord bij deze afwegingen.
Zoals we hierboven hebben laten zien zijn er nogal wat afwegingen te maken als obligatiebelegger die met zijn beleggingen impact wil bereiken. Het is goed om te beseffen dat het hierbij niet gaat om absolute of uitsluitende keuzes maar dat ook combinaties kunnen worden gemaakt.

Zo kun je ervoor kiezen om een deel van je obligatieportefeuille te beleggen in actieve en een deel in passieve fondsen. Of kiezen voor maximale positieve impact door een belegging in de impact klasse “investeren in oplossingen” te combineren met producten uit de categorie “ESG focus”. Ook zijn er fondsen beschikbaar die bijvoorbeeld verschillende categorieën van obligaties combineren. We verwachten dat in de komende jaren het productenaanbod voor obligatiebeleggingen met impact verder zal verbreden, waardoor er voor de belegger steeds meer te kiezen zal zijn.

Een methode die kan worden gebruikt bij het maken van beleggingsafwegingen en om de mate van impact te beoordelen is via het impact evaluatie model. In dit model wordt de impact beoordeeld aan de hand van vier criteria: additionaliteit, intentionaliteit, meetbaarheid en schaal (35).

In de bijlage van dit paper gaan we hier nader op in voor de beleggingscategorie obligaties.

5 Welke beleggingsproducten zijn er voor obligaties beschikbaar ?

Niet alleen zijn er in de beleggingscategorie obligaties voor impactbeleggers heel wat keuzes te maken, het aanbod van beleggingsproducten binnen deze categorie is behoorlijk breed en neemt ook sterk toe. Hiervoor beschreven we al een aantal van de drijvende krachten hierachter. In dit deel nemen we een aantal concrete beleggingsproducten en -mogelijkheden nader onder de loep (36). We delen de mogelijkheden in naar impact klasse en de keus om actief of passief te beleggen. Onderstaande overzicht geeft op hoofdlijnen de mogelijkheden weer. Deze beleggingsmogelijkheden zullen we nu nader toelichten.

Selectie van individuele obligaties.
Een groot voordeel als je zelf obligatiebeleggingen selecteert is dat je dan natuurlijk ook zelf kan bepalen welke criteria je hanteert. Zo kun je je obligatieportefeuille zeer nauw laten aansluiten bij jouw waarden en wensen. Hierboven hebben we je laten zien dat dit wel betekent dat je over een groot aantal zaken vooraf dient na te denken, waardoor dit wel wat van je vraagt in termen van tijd en kennis. In welk type obligaties wil ik beleggen? In welke regio en welke valuta? In welke impact klasse doe ik dat dan? Maar ook: hoe zorg ik voor juiste en tijdige herbelegging van rentebetalingen en aflossingen op mijn obligatieportefeuille? En, wat is mijn idee over de ontwikkeling van de marktrente?

Net als bij beursgenoteerde aandelen zijn er ook mogelijkheden om dit proces van beheer en selectie bij een vermogensbeheerder neer te leggen. Deze zal op basis van jouw wensen een dergelijke portefeuille kunnen opbouwen en onderhouden. Hierbij geldt wel dat vermogensbeheerders dit zullen doen bij een zekere minimale (hoge) inleg en dat het in termen van kosten vaak ook alleen interessant is bij voldoende omvang omdat dit soort gepersonaliseerde oplossingen in de regel betrekkelijk hoge kosten voor beheer met zich meebrengen.

Actieve ESG-focused obligatiefondsen.
Aangezien steeds meer vermogensbeheerders ESG factoren integreren in hun beleggingsproces is in deze categorie een groot aantal fondsen beschikbaar. Reden dat veel vermogensbeheerders die obligatiefondsen aanbieden kijken naar ESG factoren, zoals we hierboven hebben toegelicht, is dat zij dit zien als een onderdeel in het onderzoeksproces voor het inschatten van de risico’s van de uitgevende instelling. De meeste fondsen in deze categorie richten zich op de categorie bedrijfsobligaties. In een aantal gevallen zien we ook obligatiefondsen die zich richten op een combinatie van categorieën, bijvoorbeeld overheids(gerelateerde) obligaties met bedrijfsobligaties.

Bij de keuze voor bepaalde obligatiebeleggingen wordt dan gekeken naar fundamentele, meer financieel gerichte factoren (denk aan: wat is de winstgevendheid van deze onderneming, hoe verhoudt zich dat tot de sector, wat zijn de vooruitzichten van beide, etc) en ESG factoren. Voorbeelden van ESG factoren zijn: hoe scoort deze onderneming ten aanzien van energiebesparing, hoe belastend is het producten- of dienstenpakket voor het milieu, hoe wordt omgegaan met het personeel en hoe legt de onderneming verantwoording af over het gevoerde beleid? De fondsmanager weegt al deze factoren tegen elkaar af en komt zo tot de selectie van een gespreide obligatieportefeuille binnen het fonds.

Obligatiefondsen specifiek gericht op impact.
Zoals de omschrijving van de producten onder ESG focus laat zien gaat het bij die categorie vaak om obligatiebeleggingen in uitgevende instellingen die het relatief goed doen binnen hun sector (bestin-class). Portefeuilles worden goed gespreid over meerdere sectoren en ondernemingen en vaak is uitsluiting gericht op sectoren en/of ondernemingen die op ESG gebied duidelijk achterblijven of ronduit slecht scoren. Door je obligatieportefeuille met deze producten in te richten maak je positieve impact in vergelijking met een obligatiefonds dat niet expliciet rekening houdt bij het invullen van haar portefeuille met ESG factoren, een belangrijke stap voorwaarts dus. Je kan ook het maken van positieve impact door je obligatiebeleggingen nog sterker de boventoon laten voeren binnen de obligatieportefeuille. Dit doe je door bij selectie van beleggingsproducten te kiezen voor fondsen die zich specifiek richten op het bereiken van die positieve impact. Bij deze producten zien we in toenemende mate een directe link met de eerder besproken SDG’s.

Daarnaast zien we in deze categorie dat de beheerders van beleggingsproducten de mate van impact proberen uit te drukken in meetbare eenheden. Denk hierbij aan het aantal gecreëerde banen en bereikte ondernemers in het middenen kleinbedrijf, de vermeden CO2-uitstoot en opgewekte duurzame energie. Bij het ontwerp van deze producten richten de beheerders zich vaak specifiek op een bepaalde intentie van de te bereiken impact (intentionaliteit) en ook op de mate van impact die zonder de specifieke beleggingskeuze van de beheerder niet tot stand zou zijn gekomen (additionaliteit) (37). Dit onderscheidt deze beheerders van hun ESG focused collega-beheerders die we hiervoor bespraken. In deze categorie passen ook obligatiefondsen uit de categorie Green Bonds. Hierbij gaat het immers om obligatiebeleggingen die gericht zijn op oplossingen rondom met name klimaatverandering. Als voorbeelden van dit soort fondsen noemen we hier NN (L) Green Bond fund en het Global Climate Bond fund van Lombard Odier (38)

ESG obligatie indexfondsen en ETF’s
Passief beleggen kan via beleggingen in indexfondsen of indextrackers (ETF’s), in beide gevallen is geen sprake van selectie van individuele obligaties door een vermogensbeheerder maar wordt een bepaalde (duurzame) index gevolgd. De markt voor passieve beleggingen voor de categorie obligaties is kleiner dan voor aandelen. Dit heeft mede te maken met het feit dat passief beleggen voor een belangrijk deel is gestart vanuit aandelenproducten. In de laatste jaren zien we steeds meer obligatieproducten ontstaan, waaronder obligatieproducten die als duurzaam kunnen worden geclassificeerd.

De Europese ETF-markt was eind 2019 voor het eerst groter dan EUR 1.000 miljard. In dit jaar nam het uitstaande volume toe met bijna EUR 125 miljard, waarvan het grootste deel – bijna 50% – van deze groei bestond uit toename in het uitstaande vermogen in obligatie ETF’s (39).

In de afgelopen kwartalen is de Europese ETF markt verder gegroeid naar een totaal belegd vermogen van bijna EUR 1.160 miljard. Hierbij valt op dat met de groei van ESG-gerelateerde ETF’s veel sneller groeit dan de markt als geheel. In het eerste kwartaal van 2021 was meer dan de helft van de extra in Europese ETF’s belegde middelen in een ESG-gerelateerde ETF. Hierdoor groeide het marktaandeel van deze categorie ETF’s naar meer dan 10% van het totale Europese ETF-aanbod (40).

We verwachten dat de markt voor passieve obligatie (index)fondsen – naar analogie van de marktontwikkeling die we hebben gezien voor de categorie aandelen – verder zal groeien en dat een belangrijk deel van deze groei zal gaan naar duurzame indexproducten.

De markt voor passieve duurzame obligatiebeleggingen is zich aan het ontwikkelen en de grote indexsamenstellers werken aan het verder verbreden van het pallet aan duurzame obligatie indices. Zoals we hierboven al hebben laten zien kan het gebruiken van een specifieke ESG index binnen obligaties een grote mate van impact hebben binnen je portefeuille (41).

Elke indexsamensteller heeft zijn eigen methodologie voor het bepalen van de opbouw van de ESG indices. Zoals we hiervoor al bespraken is het verstandig om als belegger je te verdiepen in deze methodologie en te controleren of die aansluit bij jouw wensen en waarden.

6 Welke vervolgstappen kan ik nu nemen ?

Wire Group is verheugd over het feit dat het steeds eenvoudiger wordt om met impact te investeren in de beleggingscategorie obligaties zoals we in dit paper hebben laten zien. Zowel voor de actieve belegger als de passieve belegger neemt het aantal mogelijkheden toe en we verwachten dat het productenaanbod in de nabije toekomst snel verder zal toenemen.

Door bewuste keuzes te maken bij de inrichting van je beleggingsportefeuille kun je ook binnen de categorie obligaties met impact investeren. Het paper laat zien dat er voldoende mogelijkheden zijn om positieve impact te genereren, dan wel negatieve impact te verminderen. Door ook actief met de uitgevende instellingen in gesprek te gaan, dus door aan engagement te doen, kun je deze impact nog verder aan kracht laten toenemen. Dit geldt zowel voor de situatie waarin je zelf, via een vermogensbeheerder of via een fonds in obligaties belegt. Ben je ook benieuwd hoe je meer impact kunt creëren binnen het obligatiedeel van je beleggingsportefeuille? Wire Group staat klaar om met je mee te denken!

Concreet kunnen we onder andere het volgende voor je doen:
• Wil je weten wat de huidige staat is van je portefeuille gezien vanuit een impact lens? Wire Group kan een Impact Scan van je beleggingsportefeuille maken.
• Als je overweegt om je portefeuille onder te brengen bij een andere vermogensbeheerder dan kan Wire Group je begeleiden bij de selectie van een vermogensbeheerder die een duurzaam beleggingsmandaat kan aanbieden.
• Ben je geïnteresseerd om te beleggen in fondsen dan kunnen we de volgende impact screenings maken:
• Vergelijkende (impact) analyse van verschillende ETF’s
• Vergelijkende (impact) analyse van verschillende actieve impact beleggingsfondsen Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit paper?
Stuur dan een email naar Tera Terpstra via tera@wire-group.org We gaan graag met je in gesprek. Inzicht in mate van impact per impact klasse bij obligatie beleggingen
Zoals we in het aandelenpaper bespraken wordt bij het beoordelen van (de mate van) impact vaak gekeken naar de volgende criteria: additionaliteit, intentionaliteit, meetbaarheid en schaal. Ook in het geval van obligatiebeleggingen kunnen we naar deze criteria kijken. Additionaliteit
Dit is voor veel impact beleggers een belangrijke maatstaf: kan ik door mijn vermogen bewust te beleggen het verschil maken? Ben ik in staat om impact te creëren met mijn belegging die zonder mijn belegging niet tot stand was gekomen? Zo ja, dan spreken we van additionaliteit. Bij beursgenoteerde aandelen loopt de additionaliteit vaak meer indirect, omdat bedrijven minder vaak nieuwe aandelen uitgeven en aandelen dus vaak – via de beurs – van een andere aandeelhouder worden gekocht. Bij obligatieleningen ligt dit anders. Obligatieleningen hebben een afloopdatum waarop de lening dient te worden afgelost. Vaak hebben uitgevers van obligaties een kalender met verschillende momenten waarop ze hun uitstaande obligaties willen herfinancieren, zodat ze steeds over voldoende vreemd vermogen kunnen beschikken en om te voorkomen dat ze voor herfinanciering van hun uitstaande schulden niet te afhankelijk worden van één specifiek herfinancieringsmoment. Op al die momenten kan de impact belegger vanuit additionaliteit ervoor kiezen om wel of niet deel te nemen aan de obligatie-uitgifte. Anders gezegd, bij obligaties zijn er juist vaak momenten waarop de uitgever van de obligatie in gesprek moet met beleggers voor vreemd vermogen financiering. Hierdoor zijn er voor beleggers dus ook veel momenten om een keuze te maken om wel of geen vermogen aan de uitgever van de obligatie te beschikking te stellen. Dit geldt zowel voor de impact klasse “ESG focus” als voor “investeren in oplossingen”.

Intentionaliteit
Bij intentionaliteit kijk je naar het doel van de belegging: het doel is om impact te bereiken. Dit betekent dat je als obligatiebelegger bij de impact klasse “ESG focus” goed moet onderzoeken wat het proces is bij de selectie van obligaties in de portefeuille. Welke criteria worden daarbij gehanteerd? Gaat het vooral om het uitsluiten van uitgevers van obligaties die een negatieve impact hebben? Wordt voornamelijk belegd in uitgevers die met hun (bedrijfs)activiteiten juist een positieve impact, bijvoorbeeld op sociaal gebied, beogen?De intentionaliteit van de impact klasse “investeren in oplossingen” is hoger, omdat het daar juist gaat om het doen van beleggingen in obligaties die voor een specifiek (impact) doel worden uitgegeven. Dit neemt niet weg dat met beleggingen die worden gedaan op basis van een ESG selectieproces dat aansluit bij jouw waarden, een hoge mate van intentionaliteit kan worden bereikt

Meetbaarheid
Bij de beleggingen binnen de impact klasse “investeren in oplossingen” worden de opgehaalde middelen vaak ingezet en direct gekoppeld aan het bereiken van een aantal specifieke SDG’s. Daarmee wordt voor de belegger inzichtelijk welke positieve impact wordt bereikt door het doen van deze belegging. Bij de meeste beleggingen worden namelijk ook onderliggende subdoelen gedefinieerd die horen bij een overkoepelend SDG. Denk hierbij aan subdoelen als:
• toegang tot primaire dienstverlening, waaronder bancaire diensten (als subdoel van SDG 1: bestrijding armoede);
• toename van het aantal mensen dat toegang heeft tot betaalbaar en veilig drinkwater (als subdoel van SDG 6: schoon water en sanitaire voorzieningen);
• toename van het aantal banen (als subdoel van SDG 8: fatsoenlijk werk en economische groei).

Door zich te richten op specifieke doelen en de uitkomsten van het effect dat de belegging heeft te meten en te rapporteren wordt voor de belegger de bedoelde positieve impact inzichtelijk en vergelijkbaar gemaakt.

Overigens is het goed hier op te merken dat de meetbaarheid niet alleen beperkt is tot de impact klasse “investeren in oplossingen”. Ook bij de klasse “ESG focus” zien we in toenemende mate initiatieven bij vermogensbeheerders om inzichtelijk te maken wat de impact is van hun portefeuillebeleid. Als voorbeeld noemen we hier de kwartaalrapportage die Robeco opstelt voor het RobecoSAM Euro SDG Credits Fund. In deze rapportage wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre de portefeuille van het fonds is verdeeld naar exposure naar SDGs, vergeleken met de benchmark van het fonds. Ook hiermee wordt de belegger inzicht verschaft in de gemaakte keuzes en daarmee de impact die zijn investeringsbeslissing heeft (42).

De impact belegger die geïnteresseerd is in het meten van de impact van zijn portefeuille dient zich er wel van bewust te zijn dat het meten van impact volop in ontwikkeling is. Zo is bijvoorbeeld nog geen sprake van een universele wijze van het meten van impact. Dit maakt dat verschillende partijen op verschillende wijze de impact meten, waardoor het aggregeren over verschillende onderdelen van de beleggingsportefeuille heen lastig kan zijn.

Schaal
Bij de schaal van de bereikte impact gaat het natuurlijk om de schaal van die impact zelf en ook om de omvang van de markt waarop die impact wordt bereikt. De totale impact van je beleggingen is dan de impact per onderdeel vermenigvuldigd met de omvang van dat onderdeel.

Bij de inleiding gaven we al aan dat obligaties vaak een groot deel uitmaken van je totale beleggingsportefeuille. Om die reden is het zinvol om te kijken naar en na te denken over de wijze waarop je dit deel van je beleggingsportefeuille met (meer) impact kan inrichten.Los van de omvang in jouw eigen beleggingsportefeuille van een specifieke beleggingscategorie kunnen we ook kijken naar de totale marktomvang per categorie. De marktomvang van de wereldwijde obligatiemarkten wordt geschat op 100 biljoen Amerikaanse dollars, tegen ongeveer 65 biljoen voor de wereldwijde aandelenmarkten.

Ter vergelijking, de wereldwijde private equity beleggers hebben naar schatting ongeveer 3 biljoen Amerikaanse dollars gezamenlijk belegd in niet-beursgenoteerde aandelendeelnemingen.Door de schaal van de wereldwijde obligatiemarkten, die dus naar schatting ruim 30 keer zo groot is als die van de totale private equity markt, kan uiteindelijk toch een substantiële impact worden bereikt indien we als obligatiebeleggers ervoor kiezen om ons vermogen bewust te beleggen.

Kijkend naar de impact klassen zien we dat het productaanbod in de klasse “ESG focus” (nu nog) groter is dan “investeren in oplossingen”. Daarmee zijn de mogelijkheden om impact te creëren via obligatiebeleggingen vanuit beide klassen goed mogelijk. Kijkend naar de recente ontwikkelingen in het aanbod binnen beide klassen en rekening houdend met de enorme investeringsbehoefte vanuit de SDG’s verwachten we een sterke groei zowel in aantal producten als de omvang van deze producten.


1 Zie “Impact investeren in beursgenoteerde aandelen” – Martha van Dijk & Michiel Lenstra – Wire Group – oktober 2018 (te downloaden via: https://www.wire-group.org/wp-content/uploads/2020/06/200325-Wire-Group paper-Impact-investeren-in-beursgenoteerde-aandelen-publicatieversie.pdf)
2 Zie “Thema focus: Green Bonds” – Martha van Dijk – Wire Group – mei 2017 (te downloaden via: https://www.wire-group.org/wp-content/uploads/2020/06/200325-Wire-Group Green-Bonds-Reader-publicatieversie.pdf)
3. Dit percentage is afgeleid uit de beleggingsmixen van een aantal grote Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars en de portefeuillesamenstelling van enkele veelgebruikte mixfondsproducten van vermogensbeheerders4
4. Zie Wire Group: “Impact investeren in beursgenoteerde aandelen”- pagina 45
5. Zie BlackRock: Global Insights – “Sustainable investing: a ‘why not’ moment”, 20186
6. Zie Morningstar Manager Research: “Global Sustainable Fund Flows: Q3 2020 in Review. ESG fund assets reach USD 1.2 trillion, boosted by product development”, October 2020
7 Deze factoren worden vaak samen aangeduid met de term “ESG”, waarbij E staat voor Environment (milieu), S voor Social (sociaal) en G voor Governance (goed ondernemingsbestuur of governance). Zie ook Wire Group – “Impact investeren in beursgenoteerde aandelen”, 2018, pagina 9
8 Zie PRI: “ESG engagement for fixed income investors”, 2018
9 De positie in Toyota kan veranderen. Een overzicht van de portefeuille van Triodos Euro bond Impact Fund is te vinden via https://www.triodos.nl/ binaries/content/assets/shared/fund-assets/tebif/portfolio-triodos-euro bond-impact-fund.pdf
10 In het aandelen paper noemen we op pagina 5 de voorbeelden van leningen aan Danone en Olam, waarbij is afgesproken dat de rente op deze leningen wordt verlaagd indien deze ondernemingen een hogere duurzaamheidsscore weten te realiseren gedurende de looptijd van de leningen.
11 Zie: “ESG Investing and Fixed Income: The Next New Normal?”, PIMCO – June 2018 Viewpoint
12 Zie bijvoorbeeld https://www.hermes-investment.com/nl/insight/ fixed-income/enel-steps-up-worlds-first-sdg-bond/ voor een meer gedetailleerde beschrijving en uitleg
13 Zie The World Bank Group (Inderst & Stewart): “Incorporating environmental, social and governance (ESG) factors into fixed income investment”, 2018
14 Zie BlackRock: Global Insights – “Sustainable investing: a ‘why not’ moment”, 2018
15 Zie BlackRock Investment Institute: “Sustainability: the bond that endures”, 2019
16 Zie: https://www.undp.org/content/undp/en/home/sustainable[1]development-goals.html
17 Zie: https://news.un.org/en/story/2020/11/1077542
18 Voor een goed overzicht van social impact bonds in Nederland zie: “Social Finance NL. 5 Jaar Social Impact Bonds in Nederland”, te vinden onder “publicaties” op www.socfin.nl
19 Zie https://nwbbank.com voor gedetailleerde informatie en publicaties over het Affordable Housing en SDG Housing Bond programma van de NWB
20 Zie voor meer informatie over het Triodos Microfinance Fund: https://www.triodos-im.com/funds/triodos-microfinance-fund
21 Deze studie is na te lezen via https://www.triodos-im.com/binaries/ content/assets/tim/campaigns/what-the-heart-already-knew/whitepaper- –wat-het-hart-al-wist.pdf
22 We kiezen er hier bewust voor, omwille van de leesbaarheid en vergelijkbaarheid van onze papers, om aan te sluiten op de indeling in impactklassen zoals die ook is gehanteerd in ons eerder verschenen aandelenpaper
23 Dit voorbeeld is gebaseerd op een artikel van Portfolio Advisor, door John Lappin, “ESG funds ditch UK and US government debt”, 6 september 2018 (zie: https://portfolio-adviser.com/esg-funds-ditch-uk and-us-government-debt/)
24 We merken op dat dit voorbeeld stamt uit 2018. Sinds het aantreden van president Biden is duidelijk dat de Verenigde Staten opnieuw zullen aansluiten bij het akkoord van Parijs (COP21).
25 Deze case-study volgt onderzoek dat is gepresenteerd in BlackRock Investment Institute: “Sustainability: the bond that endures”, 2019
26 Zie http://datatopics.worldbank.org/esg/
27 Zie bijvoorbeeld: NNIP & ECCE: “The materiality of ESG factors for equity investment decisions: academic evidence”, April 2016
28 In 2020 kocht Morningstar Sustainalytics en nam Deutsche Börse een meerderheidsbelang in stake in Institutional Shareholder Services (ISS).
29 De posities van dit fonds zijn mogelijk veranderd. Zie voor een actueel overzicht van de posities: https://www.triodos.nl/binaries/content/assets/ shared/fund-assets/tebif/portfolio-triodos-euro-bond-impact-fund.pdf
30 Zie de sectie “Andere vastrentende beleggingen met een specifiek doel: Microkrediet”
31 Zie: VANGUARD, “The case for low-cost index fund investing”, augustus 2016, figuur 3b op pagina 5
32 Zie: “Top-5 Passief Wereldwijd: strategic beta stuwt groei”, Jeffrey Schumacher, Morningstar, 17 september 2018
33 Zie bijvoorbeeld, FT 25 juli 2020: “Passive funds batter active products during 2020 ‘wild ride'”, https://www.ft.com/content/c64871d8-08cb-40cc-a87c-15b3b555a663
34 Zie BlackRock Investment Institute: “Sustainability: the bond that endures”, 2019
35 Zie: “Toward sustainable impact through public markets, A Framework to Align Investments with the UN Sustainable Development Goals”, Veronique Menou Laura Nishikawa, April 2016
36 We merken hier nogmaals op dat de besproken producten slechts ter illustratie zijn opgenomen.
Deze producten zijn niet door Wire Group gescreend. Bespreking van een specifiek product in dit
paper moet dan ook niet worden gezien als een aanbeveling om in een dergelijk product te beleggen.
37 Zie bijlage van dit paper voor meer uitleg omtrent additionaliteit en intentionaliteit
38 Zie voor meer gedetailleerde informatie over Green Bonds ons eerdere paper hierover: “”Thema focus: Green Bonds” – Martha van Dijk – Wire Group – mei 2017 (https://www.wire-group.org/wpcontent/uploads/2020/06/200325-Wire-Group-Green-Bonds-Readerpublicatieversie.pdf)
39 Zie https://www.etfstrategy.com/european-etf-assets-break-through-1trnaum-10339/
40 Zie bijvoorbeeld: https://www.morningstar.nl/nl/news/211494/kleine-50-
miljard-euro-stroomt-eerste-kwartaal-naar-etfs.aspx
41 Zie sectie “Actief versus passief bekeken vanuit impact perspectief”
van dit paper