Impact investing in water

Overzicht waterproblematiek

Bekijk en download PDF versie van de paper

Water is een essentieel ingrediënt voor leven op aarde. Mensen bestaan voor meer dan 60% uit water en voor veel levende wezens is dit percentage nog veel hoger. Zoetwater speelt een belangrijke rol in tal van natuurlijke processen en ecosystemen. De complicatie: water is op aarde alom aanwezig, maar niet erg toegankelijk2 . Slechts 2.5% van al het water op aarde is zoetwater. Daarvan is 70% opgesloten in ijs (de poolkappen en gletsjers) en 30% opgesloten in de grond. Minder dan 1% van al het zoetwater (0,007% van al het water) is vrij beschikbaar voor humane consumptie.

Daarbij zijn er vele concurrerende toepassingen voor water doordat veel activiteiten afhankelijk zijn van water3 . Slechts 8% van al het waterverbruik komt voor rekening van huishoudelijk gebruik (douchen, tanden poetsen, etc.). 22% wordt gebruikt door verschillende industriële activiteiten. En 70% wordt verbruikt in de landbouw, waarbij dit percentage oploopt tot meer dan 80% in ontwikkelingslanden.

Drie aspecten maken de waterproblematiek zeer complex: waterlocatie, waterkwaliteit en de factor tijd. Water is in essentie een hernieuwbare hulpbron (zie tekstkader ‘Is water een hernieuwbare hulpbron?’). Wanneer gewassen met water worden geïrrigeerd, komt dat water via de grond weer in het grondwater, dan wel direct, dan wel via verdamping en regen (de watercyclus).

Echter, locatie speelt een grote rol in de waterproblematiek. Water is opgeslagen in natuurlijke reservoirs als meren, rivieren (bassins), wolken en in grondwater. Dit laatste is verdeeld over verschillende aquifers. Het gebeurt regelmatig dat water uit een reservoir wordt onttrokken en via de watercyclus in een ander reservoir terugkeert waardoor lokale schaarste kan ontstaan. Dit locatie effect kan nog extremere vormen aannemen. Wanneer de regenval zeer intensief is, bijvoorbeeld als gevolg van klimaatverandering, en de grond beperkt in staat is om de regenval op te nemen, bijvoorbeeld als gevolg van landerosie door intensieve landbouw, wordt een groot deel van de regen via rivieren afgevoerd naar zee, waardoor dit niet meer voor consumptie beschikbaar is. Zelfs wanneer het water wel op een goede locatie terugkeert, komt het vaak terug in een lagere kwaliteit als gevolg van vervuiling.

2 Circleofblue.org, Infographic: 10 things you should know about water
3 Circleofblue.org, Infographic: 10 things you should know about water

Tekstkader: Is water een hernieuwbare bron?

Water is in essentie een hernieuwbare bron dat via de watercyclus telkens terugkeert. Echter, waterkwaliteit en waterlocatie blijven niet altijd behouden, waardoor vervuiling en schaarste kunnen ontstaan.

Onderstaand een aantal basisconcepten4 :
Watervraag: waterbehoefte van de verschillende gebruikers tezamen, welke kan worden voldaan door water te onttrekken (bijvoorbeeld van rivieren of grondwater) of door water te recyclen.
Waterabstractie: water dat wordt onttrokken van de verschillende reservoirs
(meren, rivieren en grondwater).
Waterverbruik: watergebruik dat de kwaliteit en/of de kwantiteit van het water vermindert.
Grondwater uitputting: wanneer er meer water wordt onttrokken aan het grondwater dan wordt vervangen via natuurlijke processen (de watercyclus). Waterschaarste: een indicator waarbij de jaarlijkse hoeveelheid water dat wordt onttrokken aan de verschillende reservoirs wordt vergeleken met de jaarlijkse beschikbare hoeveelheid (regenval minus verdamping). Dit wordt doorgaans uitgedrukt in percentages, waarbij <10% = geen schaarste; 10%- 20% = beperkte schaarste; 20%-40% = medium schaarste; >40% = zware schaarste.

Ook de factor tijd compliceert de waterproblematiek. Water is van essentieel belang dus wanneer er te lang geen water beschikbaar is (in het geval van droogte) heeft dit grote gevolgen. Maar ook als er in te korte tijd te veel water beschikbaar is leidt dit tot overstromingen, en daardoor tot overlast.

Op hoofdlijnen kan de mondiale waterproblematiek samengevat worden in drie hoofdthema’s, welke ieder bestaan uit een aantal sub-thema’s. Deze thema’s en sub-thema’s moeten echter niet gezien worden in isolatie ten opzichte van elkaar doordat er veel kruisverbanden zijn.

De drie hoofdthema’s zijn als volgt:

1. Waterschaarste: er is een grote en groeiende vraag naar water door een breed scala van stakeholders. Deze vraag wordt vaak in zeer beperkte mate afgestemd op de lokale beschikbaarheid van water. De verschillende stakeholders houden geen rekening met elkaars behoefte en onttrekken de hoeveelheden die voor iedere 4 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012 stakeholder optimaal is in plaats van wat voor de watervoorziening optimaal is. Doorgaans is er zeer beperkt data beschikbaar over vraag en aanbod, en zijn er geen adequate (‘governance’) mechanismes om vraag en aanbod aan elkaar te koppelen. Waterschaarste leidt tot een rem op economische en sociale ontwikkeling, gezondheidsproblemen, aftakeling van ecosystemen, en (in potentie) conflicten.

2. Waterkwaliteit: water wordt op verschillende manieren vervuild wanneer water zonder adequate behandeling terugkeert in de watercyclus. Industriële processen brengen chemicaliën en andere micro-vervuilers in de watercyclus, en zowel de landbouw als menselijke uitscheiding zorgen voor een schadelijke opbouw van micronutriënten als stikstof (N) en fosfor (P). De effecten van watervervuiling zijn wijdverspreid. Ecosystemen worden op grote schaal aangetast, de landbouw verliest aan productiviteit, de gezondheid van mensen wordt aangetast, en bedrijven moeten water behandelen alvorens het te kunnen gebruiken.

3. Wateroverlast: wanneer er te weinig of te veel water beschikbaar kan dit leiden tot droogte of overstroming. De kans op overstromingen neemt toe wanneer de natuurlijk waterreservoirs (meren, rivieren en grond) het water niet snel genoeg kunnen opnemen. Grond verliest bijvoorbeeld haar capaciteit om water op te nemen doordat de grond is bebouwd (verstedelijking) of de grond is uitgeput door intensieve landbouw en/of ontbossing. Rivieren verliezen hun capaciteit naarmate de waterspiegel stijgt, wat naar verwachting zal gebeuren als gevolg van klimaatverandering. Een tegenovergestelde situatie doet zich voor wanneer het aanbod van water uitblijft en dit resulteert in droogte. Zowel overstromingen als droogte hebben grote gevolgen voor de lokale bevolking in de vorm van ontheemding, ziekte en sterfte. Maar ook de mondiale consequenties zijn substantieel: droogte en overstromingen kunnen de prijzen van voedsel wereldwijd opdrijven, met gevolgen voor armoede en voedselzekerheid.

In het onderstaande schema staan de hoofdthema’s, sub-thema’s en potentiële oplossingsrichtingen weergegeven. In de hiernavolgende secties zullen de hoofdthema’s nader worden verkend.

Overzicht van waterthema’s en oplossingsrichtingen

Figuur: Overzicht van waterthema’s en oplossingsrichtingen

Thema: waterschaarste

De groei in het gebruik van water is niet lineair. Naarmate de welvaart stijgt, stijgt ook de vraag naar water doordat consumptiepatronen veranderen. De mondiale vraag naar water is in de afgelopen decennia twee keer zo snel gegroeid als de bevolking5 . Daarbij is de mogelijkheid om het aanbod van water op deze groei af te stemmen beperkt. Door de 2030 Water Resources Group wordt ingeschat dat het mondiale watertekort in 2030 reeds 40% zal bedragen6 . Met andere woorden, er wordt in 2030 jaarlijks 40% meer water onttrokken aan de natuurlijke reservoirs dan dat er jaarlijks in deze reservoirs terugkeert. Dit gemiddelde verhult uiteraard grote lokale verschillen. Verschillende organisaties, zoals de United Nations Environmental Program (UNEP), hebben inschattingen gemaakt van waar de waterschaarste het grootst zal zijn. Grote bevolkingscentra zoals China, India, Noord Amerika en Noorden Zuidelijk Afrika zullen naar verwachting te kampen krijgen met de grootste waterschaarste.

De gevolgen hiervan zijn nog moeilijk te voorzien. Waterschaarste leidt nu reeds tot wrijving tussen bevolkingsgroepen en landen en de kans dat water een steeds belangrijkere overweging wordt in geopolitieke strategieën is reëel. Nog voordat watertekorten leiden tot conflicten zal de concurrentie tussen verschillende watergebruikers toenemen, waarbij de ontwikkeling van sommige water intensieve sectoren zoals landbouw en energie mogelijk beperkt wordt. Dit laatste heeft consequenties voor de mondiale voedselvoorziening en toegang tot energie in ontwikkelingslanden. Daarnaast hebben watertekorten negatieve gevolgen voor ecosystemen.

Watervraag
Volgens berekeningen door de OECD zal de vraag naar water tot 2050 met 55% toenemen. In ontwikkelingslanden loopt dit groeipercentage op tot 80%. Deze groei in vraag zal hoofdzakelijk gedreven worden door de maakindustrie (+400%) en de energiesector (+144%). Hierbij wordt opgemerkt dat de grotere bedrijven over het algemeen beschikken over de middelen om te investeren in water efficiency technologieën, en dat de focus vooral moet liggen op het midden- en kleinbedrijf (MKB) 7 .

Er wordt in het OECD scenario vanuit gegaan dat het waterverbruik in de landbouw – wat met een aandeel in 2000 van 70% verreweg de grootste gebruiker is – zal krimpen. Dit is gebaseerd op de aanname dat er slechts in beperkte mate additioneel land beschikbaar is waarop irrigatie kan

worden toegepast, en dat de uitbreiding van irrigatie op reeds in gebruik genomen land beperkt zal zijn door een gebrek aan overheidsbudgetten. Deze voorspelling brengt echter grote onzekerheid met zich mee. Er is in deze aanname bijvoorbeeld geen rekening met het feit dat oplopende temperaturen de verdamping versnellen waardoor er een grotere hydrologische behoefte ontstaat om te irrigeren8 . Om ervoor te zorgen dat de watervraag in landbouw niet onverhoopt groeit, en combineert met de groeiende vraag in andere sectoren om een ‘perfect storm’ te creëren, verdient water efficiency in landbouw alle aandacht.

5 UN Water, World Water Development Report, 2015
6 2030 Water Resources Group, Charting our water future, 2009
7 UN Water, World Water Development Report, 2015

Ontwikkeling van de vraag naar water 2000-2050

Figuur: Ontwikkeling van de vraag naar water 2000-20509

Dat de vraag naar water zo hard groeit, is zoals gezegd ingegeven door de combinatie van bevolkingsgroei en economische ontwikkeling. Echter, het fundamentele probleem met water ligt in het onvermogen tot nog toe om de vraag naar water af te stemmen op het aanbod. Een veelgebruikt adagium in de water sector is: ‘we don’t have a water problem, we have a governance problem’10 . In private markten gebeurt dit middels prijsvorming, maar doordat water een publiek goed is wordt het gebruik gereguleerd door overheden. Zogenaamde ‘governance’ structuren moeten ervoor zorgen dat het beschikbare water op een effectieve en eerlijke wijze wordt verdeeld over de verschillende belanghebbenden (‘stakeholders’). Dit kan bijvoorbeeld door middel van het toekennen (of veilen) van waterrechten, het vaststellen van een prijs, of de totale rechten van het gebruik van water onderbrengen in een juridische entiteit waarin alle stakeholders zijn vertegenwoordigd. Een survey door de OECD waarin governance structuren uit 27 landen zijn geanalyseerd concludeert dat het merendeel hiervan zich onvoldoende aanpast aan de veranderende omstandigheden doordat zij gebaseerd zijn op historische verbruik patronen en belangen11. In deze survey lag de nadruk op OECD landen; het is aannemelijk dat de situatie in ontwikkelingslanden nog problematischer is. UN Water vermeldt bijvoorbeeld dat 158 van ’s werelds 263 grensoverschrijdende rivier bassins geen governance structuur hebben12 .

8 Interview met water expert #2
9 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
10 Interview met water expert #3

In de problematiek rondom governance structuren speelt de ondermaatse kwaliteit (of totale afwezigheid) van data een cruciale rol. Er is anno 2015 nog minder data over water dan 20 jaar geleden doordat er niet in wordt geïnvesteerd13 . Wanneer het waterverbruik en/of het aanbod niet voldoende gemeten wordt, is het onmogelijk om toe te werken naar duurzame verbruikspatronen14.

Tekstkader: Educatie is essentieel voor een duurzame watertoekomst
Naast het feit dat economische belangen in veel gevallen het duurzame verbruik van water in de weg staan, draagt een gebrek aan bewustzijn hier ook aan bij. Educatie kan op verschillende manieren bijdragen aan het vergroten van bewustzijn, waardoor mensen naar verwachting eerder geneigd zullen zijn om op een goede manier met water om te gaan. Hieronder een aantal voorbeelden van educatie:
Cultureel erfgoed: door uit te leggen hoe belangrijke watergebieden zoals de Biesbosch en het Waterloopbos bijdragen aan watervoorziening, waterzuivering, en bescherming tegen wateroverlast, ontwikkelt men een sterkere waardering voor het in stand houden van dergelijk ecosystemen.
Slimme meters: door waterverbruikers beter en meer tijdig inzicht te geven in hun waterverbruik en de daarmee gepaarde kosten, krijgen zij een prikkel om hun water verbruik te verminderen.
Hygiëne: door mensen (vooral in ontwikkelingslanden) het belang van hygiëne uit te leggen, worden zij zich meer bewust van de relatie tussen vervuild water en water-gerelateerde ziektes, waardoor zij eerder handen zullen wassen en gebruik zullen maken van veilige waterbronnen (indien beschikbaar) of hun rechten op veilige waterbronnen duidelijker zullen vertolken (indien niet beschikbaar).
Voorbereiding op wateroverlast: door mensen voor te bereiden op wateroverlast en uit te leggen hoe te handelen in het geval van wateroverlast, wordt de kans op ongevallen en economische schade verkleint.

11 OECD, Water resources allocation, 2015
12 UN Water, World water development report, 2015
13 UN Water, World water development report, 2015
14 UN Water, World water development report, 2015

Oplossingsrichtingen
De oplossingsrichtingen voor de problematiek rondom de watervraag zijn globaal te vinden in twee categorieën: water efficiency; governance en data.

Water efficiency
In water efficiency liggen grote kansen. De intensiteit van waterverbruik (hoeveelheid water verbruikt per $ BNP) in OECD landen is in afgelopen decennia sterk gedaald. Dit wordt deels verklaard door het krimpen van water intensieve sectoren en landbouw, maar ook voor een belangrijk deel door efficiënter gebruik van water in de maakbouw en landbouw, en het verminderen van lekken in het waternetwerk15 .

Bedrijven zijn zich steeds meer bewust van de risico’s die zij lopen met betrekking tot water en investeren in water efficiency. Sommige spelers in de watersector spelen hierop in door bedrijven te helpen in hun watermanagement en zodoende significante efficiency te behalen. Een voorbeeld hiervan in de Verenigde Staten is Banyan Water.

Op landbouwvlak valt nog heel veel efficiency winst te behalen. Van al het geïrrigeerde land bestaat momenteel bijna 90% uit ‘bevloeiing’, 10% uit sproei irrigatie en slechts 1% uit druppelirrigatie16. De efficiency ratio’s van deze irrigatie types zijn 40-60%, 80-90% en 90-95% respectievelijk. Bedrijven als Netafim (Israël) en Jain Irrigation (India) faciliteren de opschuiving richting druppelirrigatie. Druppelirrigatie geeft mooie ‘multiplier’ effecten: verminderd waterverbruik, hogere inkomens voor boeren, minder watervervuiling door micronutriënten, en minder broeikasgassen. Naast druppelirrigatie zijn er nog een aantal manieren om de water efficiency van landbouw te vergroten, zoals het inzetten van zaden die met minder water dezelfde of betere opbrengsten geven, en ‘precision agriculture’ waarbij water op variabele wijze wordt toegediend wanneer en waar dit het meest nodig is. Doordat met precision agriculture ook het gebruik van mest en bestrijdingsmiddelen vermindert heeft dit ook voordelen voor waterkwaliteit.

Governance en data
De problematiek rondom governance is vooral een uitdaging voor overheden. Het is hierbij interessant om te vermelden dat Nederland een belangrijke rol speelt op dit vlak: een groot deel van de water professionals in ontwikkelingslanden worden in Nederland via studiebeurzen opgeleid aan de UNESCO-IHP in Delft17 . De kansen voor 11 investeerders liggen echter vooral in de technologieën die betere governance faciliteren. Het vergaren van data over wateraanbod en waterverbruik vormt hier een sleutelrol. De meest effectieve vorm van datacollectie over wateraanbod bestaat uit de combinatie van macro data, bijvoorbeeld op basis van satellieten, en lokale data18. Vooral in afgelegen gebieden is datacollectie vaak een probleem. Mobiele weerstations die gekoppeld zijn aan het internet en ‘drones’ kunnen hier een uitkomst bieden. Daarnaast zijn oplossingen die het verbruik van water monitoren interessant, bijvoorbeeld wanneer deze helpen om het ongeregistreerde verbruik van grondwater te meten19 . Apps en software die gebruikers inzicht geven in hun verbruik kunnen hun helpen om hun verbruik te minderen20 .

15 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
16 Citi Sector Handbook, 2011
17 Interview met water expert #3

Case study bedrijf: Waterwatch Cooperative faciliteert betere waterdata
De Waterwatch Cooperative heeft de ambitie om de Google Maps van de landbouw te worden. In het kader van ‘what gets measured gets done’ biedt dit bedrijf een platform om data over landbouwproductie, waterverbruik en weerpatronen in een mondiale en interactieve database vast te leggen. Met deze informatie kunnen overheden, waterschappen, boeren en andere stakeholders betere beslissingen maken en het watergebruik terugdringen. Daarnaast biedt dit platform mogelijkheden voor tal van andere toepassingen zoals betere verzekeringen voor boeren, en inzichten voor bedrijven met een sterke afhankelijkheid van water. Waterwatch Cooperative is voornemens om naast het bouwen van het platform ook te investeren in bedrijven die op innovatieve wijze de data kunnen analyseren zodat de impact van het platform wordt vergroot.

Wateraanbod
Het wateraanbod is afhankelijk van een zeer complex samenspel van natuurlijke waterreservoirs (rivieren, meren, aquifers), weerpatronen, en verbruikspatronen (waar wordt het water onttrokken en waar keert het terug). Het wateraanbod zal naar verwachting eerder krimpen dan groeien. Twee effecten dragen daar aan bij.

Klimaatverandering kan zeer nadelige gevolgen hebben voor het wateraanbod doordat de regenval in sommige regio’s, met name rondom de evenaar, afneemt21 . Lokale voorbeelden hebben laten zien dat kleine veranderingen in regenpatronen onevenredig grote gevolgen kunnen hebben voor waterbeschikbaarheid22 . Daarnaast kan de regenval lokaal

18 UN Water, World water development report, 2015
19 Interview water expert #2
20 Interview water expert #2; voorbeelden van ‘smart water’ bedrijven in OECD landen
zijn WaterSmart en TaKaDu (recent overgenomen door ABB)
21 Interview met water expert #2
22 OECD, Water resources allocation, 2015

langdurig uitblijven of juist intensiever neerkomen waardoor niet al het water door de grond kan worden opgenomen. Landgebruik kan eveneens een nadelig effect hebben op het wateraanbod. Intensieve landbouw en ontbossing zorgen er beide voor dat het land minder capaciteit heeft om regenval op te nemen, waardoor een deel van dit water wegvloeit en in zee uitkomt. Bij ontbossing vermindert ook het volume van water dat verdampt, waardoor de zogenaamde kleine watercyclus verstoord kan worden.

Oplossingsrichtingen
Het complexe samenspel dat hierboven wordt beschreven kan zeer lastig worden beïnvloed. Er zijn echter in ieder geval drie globale oplossingsrichtingen: herstel van ecosystemen; waterzuivering; ontzouting.

Herstel van ecosystemen
Het herstel van ecosystemen kan bijdragen aan het herstel van de kleine watercyclus, waarbij de opname van water in de grond en de verdamping van water voldoende gereguleerd wordt om in een adequaat en stabiel wateraanbod te voorzien. De mate waarin de kleine watercyclus beïnvloed kan worden is lastig in te schatten, maar we weten dat het aantasten van ecosystemen de watercyclus negatief kan beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld als gevolg van ontbossing in het Maubossencomplex in Kenya waar theeproductie wordt bedreven. En er zijn organisaties die overtuigd zijn van de mogelijkheid om de watercyclus te herstellen (zie kader). Bij Quito worden de bossen op de bergen rondom de stad hersteld zodat regenwater beter en langer vastgehouden kan worden23. De waardering van ecosystemen laat zien dat in de meeste gevallen de economische waarde van gezonde ecosystemen, inclusief de bijdrage aan het wateraanbod, vele male hoger is dan de investeringen die moeten worden gedaan om de ecosystemen te herstellen24. Een kanttekening bij deze oplossingsrichting is dat deze gezien moet worden in samenhang met het thema waterkwaliteit: het heeft geen zin om het wateraanbod te vergroten wanneer het door een gebrek aan afvalwaterzuivering direct vervuild wordt25.

Case study bedrijf: Naga Foundation herstelt ecosystemen
Naga betekent ‘Bringer of rain’ in het Sanskrit. Door middel van een zorgvuldig ontwikkelde methodiek voor het aanleggen van een netwerk van kleine kanalen en dammetjes helpt Naga Foundation de natuurlijke cyclus van regenval, groei van planten en verdamping te herstellen. Onder het motto
‘Kick-starting mother nature’, heeft de Foundation in Kenya over 266 km2 een dergelijk netwerk aangelegd. In dit gebied is de vergroening op satellietfoto’s waar te nemen. Op termijn zal deze zogenaamde ‘hydrological corridor’ zich uitbreiden over 20.000 km2 (ongeveer de helft van de oppervlakte van Nederland). De Naga Foundation zoekt momenteel naar manieren om de projecten te financieren, en kijkt daarbij onder andere naar innovatieve ‘payment for ecosystem services’ mechanismes, waarbij belanghebbenden investeren in het publieke goed.

23 Interview met water expert #3
24 UN Water, World water development report, 2015
25 Interview met water expert #2

Waterzuivering
Zuivering van water, of andersgezegd het hergebruik van water, biedt een directere aanpak om het wateraanbod te vergroten. Behandeld water kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te irrigeren, te koelen, of om terug te voeren in de aquifer zodat het later weer beschikbaar is als drinkwater.
Het zuiveren van water heeft een grote overlap met het verbeteren van de waterkwaliteit, en de verschillende opties hiervoor worden onder dit thema behandeld.

Ontzouting
Door de relatief hoge kosten en omvang van de investering is ontzouting van brak of zout water is niet overal relevant. In het algemeen moet aan drie voorwaarden worden voldaan: nabijheid van de zee; voldoende kapitaal en effectieve financieringsmechanismes; geen goede alternatieven26. De technologie ontwikkelt zich echter snel, met name op het gebied van de hoeveelheid energie die dit proces kost27. De kosten zijn reeds gedaald van $1,50/m3 naar $0,70/m3, onder andere door de ontwikkeling van ‘reverse osmosis’ technologieën (zie bijvoorbeeld NanoH2O). Bij ‘forward osmosis’ kunnen deze kosten nog verder omlaag28. De toepassing van ontzouting is sinds 2005 met 9% per jaar gegroeid en deze groei zal naar verwachting verder aantrekken.

Case study land: Israël is hard op weg om zelfvoorzienend te zijn in water
Israël is een droog land met beperkte waterreserves. Water heeft historisch een belangrijke rol gespeeld in de regionale spanningen. Israël is dan ook zeer proactief geweest in haar zoektocht naar een zelfstandige watervoorziening29. Technologische innovatie heeft hier een leidende rol in gespeeld. Aan de vraagkant is ingezet op waterefficiency, bijvoorbeeld via efficiënte druppelirrigatie technologie en gewassen die 10 maal de opbrengst behalen per hoeveelheid water. Aan de aanbodkant wordt Israël in ongeveer de helft van haar waterbehoefte voorzien door hergebruikt water, ontzout water en brak water (zie grafiek hieronder).

26 Interview met water expert #2
27 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013
28 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013
29 OECD Observer, Israel: innovations overcoming water scarcity, 2015

Gebrek aan toegang voor huishoudelijke consumptie

Toegang tot water voor huishoudelijke consumptie is in veel opzichten een speciaal geval van waterschaarste. Wanneer het aankomt op de verdeling van water staan huishoudens in ontwikkelingslanden vaak op de laatste plaats. Zelfs wanneer er voldoende water beschikbaar is ontbreekt het vaak aan de benodigde infrastructuur om water binnen handbereik van deze huishoudens te brengen. Grote boerderijen en fabrieken hebben de middelen om hun eigen putten te slaan, terwijl huishoudens doorgaans afhankelijk zijn van infrastructurele investeringen door overheden en ontwikkelingsorganisaties. Veel arme huishoudens zijn bovendien afhankelijk van landbouw en hebben ook hiervoor onvoldoende water beschikbaar30.

Een van de Millennium Development Goals (MDGs) was om het deel van de wereldwijde bevolking zonder toegang tot veilig drinkwater en sanitatie te halveren. Doordat ‘veilig’ drinkwater lastig bleek te definiëren en meten is ervoor gekozen om toegang tot een ‘verbeterde bron’ van drinkwater na te streven. Op dit vlak is grote voortgang geboekt: van 2,5 miljard mensen zonder toegang tot een verbeterde bron in 2012 naar 750 miljoen in 201531. Desalniettemin zijn er nog miljarden mensen die geen toegang hebben tot veilig drinkwater, en sterven er, afhankelijk van de schatting, tussen de 500.000 en 3,4 miljoen mensen per jaar als gevolg van water- gerelateerde ziektes32. Het grootste deel hiervan zijn kinderen.

Het dagelijkse ritueel van water halen (vaak niet veilig) neemt voor gezinnen op het platteland veel tijd in beslag. Meestal zijn het vrouwen en meisjes die deze verantwoordelijkheid hebben en hierbij ook nog een risico lopen op aanranding of andere vormen van lastigvallen. De tijd gaat ook ten koste van tijd die op school kan worden doorgebracht. In de steden lijkt het probleem groter te worden in plaats van kleiner doordat de infrastructuur de groei van de steden niet kan bijbenen: het aantal mensen in steden zonder toegang tot een verbeterde bron groeide van 111 miljoen naar 149 miljoen33.

30 UN Water, World Water Development Report, 2015
31 WHO & UNICEF, Progress on drinking water and sanitation, 2014
32 Prüss-Ustün et al, Burden of disease from WASH, 2014; www.water.org

Zelfs wanneer drinkwater wel beschikbaar wordt gemaakt, betekent dit niet altijd een directe verbetering voor de gebruikers. Zoals genoemd laat de kwaliteit van het water vaak te wensen over. De drinkwater punten zijn vaak nog steeds op grote afstand. En na verloop van tijd stokt de beschikbaarheid van water in veel gevallen: zo’n 30-50% van de drinkwaterprojecten falen na 2-5 jaar34. De vergoeding voor het water is vaak niet voldoende om het interessant genoeg te maken om de installaties te onderhouden, en/of de organisatie rondom het project is niet toereikend.

Hoewel dit voor de hand liggend is, is het relevant om te benoemen dat de armste bevolkingsgroepen de minste toegang hebben tot water.
Overheden proberen om de armsten te bereiken door middel van bijvoorbeeld gedifferentieerde tarieven, bonnen (‘vouchers’), en microkredieten, maar slechts de helft van de landen die deze instrumenten hanteren geven aan dat daarvan breed gebruik wordt gemaakt35. De armste groepen betalen eerder meer voor water: gemiddeld gezien betalen zij 5-10 keer meer per liter dan mensen met toegang tot een centraal waternet36.

Oplossingsrichtingen
Er zijn drie globale oplossingsrichtingen: water infrastructuur zoals bijvoorbeeld waterputten of regenwatertanks om water beschikbaar te maken; waterzuivering om water drinkbaar te maken; en verbeterde bedrijfsmodellen.

Water infrastructuur
Voor zowel water infrastructuur als water recycling gelden aantal algemene factoren die bijdragen aan het succes van deze inspanningen:
– Lokale verantwoordelijkheid voor operatie en onderhoud van de installatie37
– Voldoende financiering voor operatie en onderhoud38
– Educatie van de lokale bevolking om het belang van schoon water onder de aandacht te brengen39; scholen zijn essentiële schakels40
– Lage kosten per liter41
– Pre-paid betalingssysteem42

33 WHO & UNICEF, Progress on drinking water and sanitation, 2014
34 UN Water, World Water Development Report, 2015
35 UN Water, Global analysis and assessment of sanitation and drinking-water (GLAAS), Investing in water and sanitation, 2014
36 FAO, www.fao.org/nr/water/issues/scarcity.html
37 UN Water, World water development report, 2015
38 UN Water, World water development report, 2015
39 Forbes, Getting water to the world’s poorest, 2009
40 UN Water, GLAAS, 2014

Op het vlak van water infrastructuur zijn waterputten het klassieke beeld. Deze blijven dan ook van belang. UNICEF heeft hiervoor een richtlijn opgesteld, met als belangrijkste aanbeveling om waar mogelijk handmatig te boren omdat dit goedkoper is en minder negatieve milieueffecten heeft43. Het kanaliseren van water uit rivieren via goten en dammen heeft in gemeenschappen nabij rivieren eveneens een belangrijke toepassing.
Maar nieuwe opties worden verkend. Het opvangen van regenwater kan met redelijk goedkope en toegankelijke materialen. In droge gebieden, waar waterputten en regenwater geen optie zijn is het mogelijk om met producten als de ‘Airdrop’ het water uit de lucht te oogsten44. De infrastructuur voor watertoegang blijft vooralsnog voornamelijk het terrein van overheden en ontwikkelingsorganisaties waar de innovatie beperkt is.

Waterzuivering
In de zuivering van water wordt wel volop geïnnoveerd. Hier zijn drie trends te ontwaren. Nieuwe technologieën voor waterzuivering worden ontwikkeld, waarbij de focus vooral ligt op het vervangen van processen op basis van chemicaliën naar zuivering door middel van het toepassen van membranen45. Daarnaast worden er veel ‘point of use’ (POU) toepassingen ontwikkeld waarbij consumenten in hun eigen huishoudens het water zuiveren. Voorbeelden hierbij zijn de ‘Pur’ zuiveringstabletten van Proctor & Gamble, en Nazava dat waterfilters verkoopt voor de armste huishoudens in Indonesië. De derde trend ligt op het recyclen van afvalwater voor humane consumptie. Voorbeelden hiervan zijn Janicki Bioenergy, dat met haar ‘Omniprocessor’ rioolwater omzet in elektriciteit en drinkwater en Dean Kamen’s ‘Slingshot’ uitvinding46. Er is veel ondernemersenergie op dit gebied, wat tegelijkertijd een uitdaging is: ‘Right now it’s a free for all. It’s hard to filter for the best business plans’47.

Bedrijfsmodellen
Waar het gaat om toegang tot water voor arme bevolkingsgroepen zijn het vooral innovaties in bedrijfsmodellen die het verschil kunnen maken. Verbeterde bedrijfsmodellen kunnen ervoor zorgen dat de toegang schaalbaar is, de dienstverlening op peil blijft, en de kosten laag. Zo heeft Water for People samen met de Wereldbank een platform gecreëerd waardoor mensen met hun mobiele telefoon aan kunnen geven wanneer drinkwaterpunten niet naar behoren functioneren48. Water Health International focust op bedrijfsmodellen in plaats van technologie om betaalbaar water toegankelijk te maken (zie kader). Een voorbeeld van een innovatief financieringsmodel is de samenwerking van water.org met m.paani, waarbij microkredieten en de penetratie van mobiele telefonie via een ‘loyalty scheme’ worden gecombineerd om toegang tot water te geven49. Een ander voorbeeld: in Tamil Nadu in India worden meerdere water en sanitatie projecten gebundeld zodat risico wordt gespreid en een bredere groep investeerders kan worden ontsloten50.

41 Fast Company, The case for for-profit solutions to the world’s water problems, 2011
42 World Bank, Why we should talk about pre-paid systems, rather than meters only, 2014
43 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013
44 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013
45 Citi water sector handbook, 2011
46 Bill Gates, This ingenious machine turns feces into drinking water, 2015 (http://www.gatesnotes.com/Development/Omniprocessor-From-Poop-to-Potable); Dean Kamen op Youtube (https://www.youtube.com/watch?v=4j2d0Hb_GsE)
47 Interview met water expert #3

Case study bedrijf: Water Health International is een schaalbaar waterbedrijf
Water Health International (WHI) streeft ernaar om de grootste speler te worden op het gebied van watertoegang in ontwikkelingslanden51. In 2020 wil WHI een bereik hebben van 100 miljoen klanten. De basis hiervoor vormen de decentrale en autonome WaterHealth Centers die op modulaire wijze in gemeenschappen kunnen worden neergezet. De kosten worden laag gehouden doordat lokale technologieën worden ingezet voor waterzuivering, investeringen uit de private sector worden aangewend, en gebruik wordt gemaakt van ‘best in class’ management technieken zoals enterprise resource planning (ERP), automatisering, monitoren op afstand, en smart cards voor betalingen. Management van de Centers wordt geleidelijk aan overgedragen aan een lokaal team, terwijl centrale ondersteuning vanuit WHI doorloopt.
Door het water te vermarkten onder de merknaam ‘Dr Water’ wordt de brede
adoptie van dit water onder consumenten aangemoedigd.

48 http://mobileactive.org/flow-where-mobile-tech-and-water-meet
49 https://hultian.wordpress.com/2012/01/05/case-study-m-paani-water-sanitation-for- everybody/
50 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013; zie ook OECD, Innovative financing mechanisms for the water sector, 2010
51 WHI website; Fast Company, The case for for-profit solutions to the world’s water
problems, 2011

Thema: waterkwaliteit

Waterschaarste is op zichzelf een probleem dat in potentie zeer grote mondiale gevolgen kan hebben voor onder andere veiligheid, economische ontwikkeling en gezondheid. De situatie wordt echter verergerd door het feit dat het water dat beschikbaar is steeds vaker vervuild is. Een schrijnend voorbeeld is China, waar 55% van het grondwater en 58% van het water in belangrijke meren en reservoirs zo vervuild zijn dat ze gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken52. En zelfs wanneer het water niet bestemd is voor humane consumptie of economisch gebruik, lijden de mondiale ecosystemen onder watervervuiling: de biodiversiteit in rivieren, meren en moeraslanden is met een-derde afgenomen als gevolg van gedaalde waterkwaliteit53. Waterkwaliteit bestaat in essentie uit drie verschillende type vervuiling: industriële vervuiling (micro-vervuilers zoals chemicaliën, medicijnen, hormonen, pesticides, zware metalen, etc.); landbouw vervuiling (micronutriënten zoals stikstof en fosfor); en menselijke uitscheiding (wederom stikstof en fosfor).

Door de verscheidenheid aan bronnen en type micro-vervuilers zijn concrete voorspellingen lastig te maken. Echter, micro-vervuilers zijn volgens de OECD een groeiend probleem54. Toenemende economische activiteit wordt vaak niet bijgebeend door waterzuivering. Daarbij worden micro-vervuilers vaak niet in zijn totaliteit verwijderd, waardoor de concentratie kan opbouwen. De effecten van micro-vervuilers kunnen vergaand zijn, inclusief geboorteafwijkingen, hormonale stoornissen, en andere ontwikkelingsstoornissen en kanker55.

Micronutriënten komen hoofdzakelijk in de watercyclus terecht als gevolg van toepassingen van meststoffen in de landbouw en menselijke uitscheiding. De bijdrage van micronutriënten vanuit menselijke uitscheiding zal naar verwachting hard stijgen. Stikstof zal tot 2050 met 180% groeien (t.o.v. 2000) en fosfor met 150%. Dit is toe te wijden aan de verwachte groei in sanitatie infrastructuur waarbij de behandeling van het afvalwater achterblijft, met China, India en Afrika als grootste bijdragers56. De groei van micronutriënten uit de landbouw zal zich eveneens concentreren in een aantal regio’s zoals ZO Azië, China en India57. Een additionele bron van micronutriënten is de aquacultuur zoals deze in landen als Noorwegen en Vietnam wordt bedreven, en welke zeer sterk groeit.

52 China Water Risk (http://chinawaterrisk.org/big-picture/pollution-status/)
53 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
54 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
55 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
56 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
57 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012

Een toename van de concentratie van micronutriënten in rivieren, meren en oceanen hebben zeer negatieve gevolgen voor de biodiversiteit.
Zogenaamde algenbloei (een explosie van algengroei) creëert dode zones waar flora en fauna niet kunnen overleven. De frequentie van algenbloei in meren zal naar verwachting met 20% toenemen58. Net als micro- vervuilers kunnen micronutriënten – vooral nitraten – negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid, van schildklier afwijkingen en geboorteafwijkingen tot kanker59.

Naast de indirecte gezondheidseffecten van micronutriënten, bestaat rondom menselijke uitscheiding ook nog een veel directer humanitair probleem. Er zijn zo’n 2,5 miljard mensen die geen toegang hebben tot basale sanitaire voorzieningen60. Het gevolg hiervan is dat jaarlijks zo’n
600.000 mensen sterven, vooral kinderen61. Meer dan 400 miljoen schooldagen gaan jaarlijks verloren aan water-gerelateerde ziektes62.

Gebrek aan sanitaire voorzieningen wordt ook steeds vaker in verband gebracht met ondervoeding en groeistoornissen (‘stunting’)63. Een conditie die ‘enteropathy’ wordt genoemd wordt veroorzaakt door chronische ontsteking van de darmen door blootstelling aan bacteriën en wormen.
Deze conditie zorgt ervoor dat voedingsstoffen onvoldoende kunnen worden opgenomen en dat het lichaam extra energie nodig heeft voor het tegengaan van de ontsteking. Stunting kan permanente gevolgen hebben voor IQ, schoolprestaties, verdiencapaciteit, diabetes en hartziektes.

Oplossingsrichtingen
Om de problematiek rondom waterkwaliteit aan te pakken zijn globaal drie oplossingsrichtingen voorhanden: preventie; waterzuivering, en sanitatie.

Preventie
In de maakindustrie kunnen producten en processen ontworpen worden op een manier die minder schadelijke reststoffen creëert. Met name het midden- en kleinbedrijf heeft baat bij ondersteuning op dit vlak. Als investeringsgebied is dit echter lastig omdat het een veelvoud van producten en processen betreft.

Preventie van vervuiling in de landbouw kan behaald worden door middel van betere landbouwtechnieken. Enerzijds kan de toepassing van meststoffen teruggedrongen worden64. Ecologische oplossingen zijn onder andere gewasrotatie, compost, ‘cover cropping’, ‘mulching’, en integrale ongediertebestrijding65. Daarnaast zorgt het slimmer toepassen van irrigatie ervoor dat er minder water, en daardoor minder nutriënten, weglekt. Druppelirrigatie is reeds genoemd als grote kans om waterverbruik terug te dringen.

58 OECD, Environmental outlook to 2050, 2012
59 UNEP, Clearing the waters, 2010
60 UN Water, GLAAS, 2014
61 Prüss-Ustün et al (2014); hier worden zowel de doden als direct gevolg van geen toegang tot sanitatie, als de doden als gevolg van het gebrek aan handenwassen bij elkaar opgeteld
62 Water and sanitation project, http://www.wsp.org/content/why-invest-sanitation
63 Schmidt, CW, Beyond malnutrition: the role of sanitation in stunted growth, Environmental Health Perspectives, 2014 (http://ehp.niehs.nih.gov/122-a298/)

Waterzuivering
Doordat waterschaarste een steeds groter probleem wordt ontstaat er en paradigmatische verschuiving richting hergebruik van water66. Hierdoor zal er ook anders worden gekeken naar waterzuivering. De waarde van waterzuivering steeds duidelijker worden doordat hierdoor ‘extra’ water beschikbaar komt. Anderzijds zal er veel genuanceerder worden gekeken naar de toepassingen van het gezuiverde water en zal de mate van zuivering hierop worden aangepast (bijvoorbeeld: koelwater hoeft niet van drinkwater kwaliteit te zijn).

Technologieën op het gebied van membranen, ‘forward osmosis’, en ultra- violet behandeling zullen een vlucht nemen67. Maar ook het gebruik van ‘phytotechnologie’, waarbij kunstmatige moeraslanden als filter worden gebruikt, zal toenemen68. Verder zal afvalwater steeds vaker gezien worden als een bron voor het terugwinnen van grondstoffen (zoals bijvoorbeeld meststoffen) en/of energie. Twee voorbeelden. Het bedrijf Ostara haalt stikstof en fosfor uit gemeentelijk en industrieel afvalwater en verkoopt deze als kunstmest69. Het bedrijf Emefcy wekt middels een ‘microbial fuel cell’ energy op uit afvalwater waardoor het zuiveringsproces nagenoeg energie-neutraal kan worden uitgevoerd en het restproduct (‘sludge’) met 80% wordt gereduceerd70. Het Nederlandse Maris Projects installeert zuiveringsinstallatie in India, Indonesië en China.

Sanitatie
In ontwikkelingslanden heeft de zuivering van menselijk afvalwater (net als toegang tot drinkwater) twee componenten: er moet gebruik gemaakt worden van sanitaire voorzieningen, en het afvalwater dat hierdoor ontstaat moet adequaat gezuiverd worden. Doordat de technologieën rondom sanitatie al redelijk doorontwikkeld zijn, is gebruik van sanitatie vooral afhankelijk van het ontwikkelen van bedrijfsmodellen die sanitatie op schaal binnen bereik kan brengen. MIT startup Sanergy wakkert lokaal ondernemerschap aan via een franchise model, en zorgt voor een inkomstenbron door het afvalwater te verwerken tot elektriciteit en mest71. Een essentieel onderdeel van het bedrijfsmodel is de marketing aanpak: de vraag naar sanitatie is laag doordat mensen gewend zijn om in de open ruimte te ontlasten. Daarnaast zijn er in veel landen culturele redenen waarom mensen liever geen gebruik maken van sanitatie72. In India, waar grote culturele barrières bestaan rondom toiletgebruik, werkt Sulabh International aan educatie via theater, verfwedstrijden in scholen, etc.73.

64 Dit is sterk region-afhankelijk. In sommige regio’s, zoals als in Afrika, worden over het algemeen te weinig meststoffen toegepast waardoor opbrengsten en economische kansen achterblijven.
65 UNEP, Clearing the waters, 2010
66 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013
67 Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013
68 UNEP, Clearing the waters, 2010
69 www.ostara.com
70 www.emefcy.com

Tekstkader: Gemeenschappelijke of individuele toiletten?
In veel gevallen is het ontlasten in openbare ruimtes gemeengoed, zowel op het platteland als in steden. Om daar verandering in aan te brengen hebben verschillende ondernemers een bedrijfsconcept ontwikkeld waarbij simpele maar nette toiletblokken worden gebouwd waar mensen tegen betaling gebruik van kunnen maken. Het afvalwater wordt doorgaans op locatie of op een centraal verzamelpunt verwerkt tot elektriciteit en/of meststof. SafiSana uit Nederland is een goed voorbeeld. In Ghana heeft zij een aantal toiletblokken en een verwerkingsinstallatie gebouwd74. Deze dienen als blauwdruk voor het repliceren van het concept door franchise-nemers, elders in Ghana en in andere landen. De investeringsbehoefte is zo’n $1000 per toilet, waarbij de investering per toilet daalt naarmate de toiletblokken groter zijn. De investeringsbehoefte voor een verwerkingsinstallatie is ca $8000 per toilet met een minimum aantal toiletten om de installatie rendabel te maken.

Doordat toiletblokken eveneens fungeren als een verzamelpunt, kunnen hier ook producten als drinkwater worden verkocht. Een voorbeeld hiervan is het ‘Community Hub’ concept dat is ontwikkeld door de World Business Council voor Sustainable Development (WBCSD), in samenwerking met een aantal grote bedrijven75.

Een andere groep ondernemers kiest een alternatieve weg. Zij rekenen erop dat ‘base of the pyramid’ (BOP) consumenten het gemeenschappelijke toilet overslaan en direct de transitie maken (‘leapfrogging’) naar toiletten in hun huishoudens. Clean Team Toilets ziet de familie als de sterkste en meest belangrijke sociale eenheid en verhuurt geurloze toiletten aan huishoudens in Ghana76. In ruil voor de huur worden de toiletten 2-3 keer per week geleegd. Het afvalwater wordt centraal verzameld en verwerkt tot elektriciteit en meststof. X-runner volgt een vergelijkbaar model in Peru.

71 http://www.betaboston.com/news/2014/07/16/mit-spinout-sanergy-targeting-clean- sanitation-for-all-of-kenya-and-beyond/
72 Interview met water expert #1
73 http://www.sulabhinternational.org/content/rural-sanitation-0
74 http://www.safisana.org/en/
75 https://youtu.be/nj0V28vHuHA; http://www.wbcsd.org/work-program/sector- projects/water/thecommunityhub.aspx
76 www.cleanteamtoilets.com

Met de groei van toegang tot sanitatie groeit ook de uitdaging om het afvalwater adequaat te zuiveren. De type technologie hiervoor is mede afhankelijk van de schaal: wordt het afvalwater centraal bij elkaar gebracht of decentraal verwerkt. Voor centrale verwerking is de technologie in ontwikkeling zoals eerder beschreven. Voor decentrale verwerking kan bijvoorbeeld de ‘decentralized wastewater treatment solutions’ (DEWATS) toegepast worden, zoals reeds wordt gedaan in delen van India, ZO Azië en Afrika77. In India worden bedrijven die grote hoeveelheden afvalwater produceren verplicht om deze op locatie te verwerken, waardoor er een scala van private bedrijven op het gebied van decentrale verwerking is opgericht78.

77 http://www.borda-net.org/dewats-service-packages/dewats-the-system.html
78 UNEP, Clearing the waters, 2010

Thema: wateroverlast

Zoals eerder beschreven kan water voor veel overlast zorgen wanneer regen uitblijft (droogte) of juist in te grote hoeveelheden in een te kort tijdsbestek neerkomt (overstromingen). Deze waterrampen zorgen voor veel menselijk leed en economische verliezen. Gemiddeld genomen worden jaarlijks 185 miljoen mensen getroffen door waterrampen. Dit resulteert in gemiddeld 10.000 doden per jaar, en de trend voor het aantal doden is stijgende79. Het merendeel van deze doden vallen in ontwikkelingslanden. Het zijn doorgaans de mensen met een achterstandspositie die het meest kwetsbaars zijn ten aanzien van wateroverlast. De economische schade bedraagt jaarlijks gemiddeld $40 miljard, waarbij de trend wederom stijgende is80.

Twee ontwikkelen zorgen ervoor dat de frequentie en gevolgen van waterrampen nog meer zullen stijgen. Klimaatverandering zal er naar verwachting voor zorgen dat regenval grotere extremen aanneemt.
Daarnaast kan een stijgende zeespiegel ervoor zorgen dat overstromingen frequenter worden doordat de capaciteit van rivieren om water af te voeren daalt. Een groot deel van de grootste en snelst groeiende steden bevindt zich in deltagebieden waar dit probleem vooral speelt (zie kader)81. De tweede ontwikkeling heeft te maken met landgebruik. De aftakeling van natuurlijke ecosystemen zorgt ervoor dat de kleine watercyclus minder goed wordt gereguleerd, en dat het water van zware regenval minder goed kan worden opgenomen82. Daarnaast zorgt de verstedelijking, waarbij het land wordt bedekt met ondoordringbare materialen, voor problemen met waterafvoer.

Case study land: In Bangladesh is de waterproblematiek onderdeel van het dagelijkse leven
Als er een land is in de wereld waar de bevolking te maken heeft met waterproblematiek dan is het wel Bangladesh83. Het is een laag liggend land, met een groot deel van het oppervlak gelegen in de delta van de Ganges, Brahmapoetra en Meghna rivieren. Deze delta is zeer gevoelig voor
overstromingen. Deze overstromingen dragen bij aan de vruchtbaarheid van het land, maar zorgen in groeiende mate voor overlast. Doordat de delta dichtbevolkt is en steeds meer bebouwd wordt, kan het water na overstromingen niet wegstromen waardoor de effecten groter en langduriger zijn84. In 2012 werden de effecten van cyclonen Sidr (2007) en Aila (2009) nog steeds gevoeld85. Boeren kunnen maandenlang geen landbouw bedrijven, en essentiele voorzieningen als gezondheidszorg en drinkwater komen in het geding86.

79 CRED, The human cost of natural disasters 2015; gemiddelde is voor de periode 1994- 2013
80 CRED, The human cost of natural disasters 2015; gemiddelde is voor de periode 1994- 2013
81 World Bank, Climate Risks and Adaptation in Asian Coastal Megacities, 2010
82 UN Water, World Water Development Report, 2014; FAO, Towards a New Understanding of Forests and Water, 2007
83 De focus in dit kader ligt op wateroverlast, maar Bangladesh heeft ook grote problemen met drinkwatervoorziening als gevolg van de wijdverspreide arsenicumvergiftiging. Zij bijv http://bicn.com/acic/

Als gevolg van klimaatverandering zullen overstromingen waarschijnlijk frequenter en heviger worden. De intensiteit van cyclonen zullen naar verwachting met 10%-20% toenemen, en een verwachte stijging van de zeespiegel van minimaal 40cm zal 1 miljoen Bengalen direct treffen en daarnaast de effecten van overstromingen verergeren87. Voor Bangladesh is adaptatie van levensbelang. Als wateroverlast niet adequaat gemanaged kunnen worden kan dit grote gevolgen hebben voor landbouw productie (en voor voedselzekerheid en armoede) en voor de ontwikkeling van het land. De overheid heeft onder andere een adaptatiefonds van US$300m opgezet. Door deze urgentie wordt Bangladesh vaak de ‘adaptatiehoofdstad’ genoemd. Er wordt geëxperimenteerd met verschillende aanpakken. Zoals bijvoorbeeld ‘drijvende tuinen’ waarop landbouw bedreven kan worden ongeacht overstromingen. Andere aanpassingen zijn het verhogen van plinten om huizen, het uitdiepen van rivieren, meer begroeiing van rivieroevers, en het opleiden van de bevolking in de gevolgen van klimaatverandering88.

Oplossingsrichtingen
Globaal gezien zijn er twee oplossingsrichtingen voor wateroverlast: preventie en adaptatie (aanpassing).

Preventie
Op mondiaal niveau is het tegengaan van klimaatverandering de belangrijkste manier om een toename van wateroverlast te vermijden. Dit is echter een zeer complex thema, welke in dit rapport niet expliciet wordt behandeld. Het herstel van ecosystemen lijkt een kansrijke manier om water overlast aan te pakken, en werkt op een aantal manieren. Herstel van ecosystemen kan ervoor zorgen dat waterbeschikbaarheid op peil blijft en dat droogte en/of zware regenval uitblijven, en kan helpen om een grotere buffer te creëren in het geval van droogte en/of extreme regenval. Als schrijnend voorbeeld: de aftakeling van ecosystemen speelde een sleutelrol in de overstroming van New Orleans ten tijde van orkaan Katrina89. Herstel van ecosystemen is reeds behandeld als oplossingsrichting onder het sub-thema ‘Wateraanbod’.

Adaptatie
Ongeacht de inzet op preventie zal extreem weer steeds vaker voorkomen als gevolg van klimaatverandering. Het is mogelijk om de negatieve gevolgen hiervan te beperken, maar dit kost veel geld: de Wereldbank heeft berekend dat adaptatie tussen 2010 en 2050 gemiddeld US$70-100 miljard per jaar kost, waarvan zo’n 80% nodig is voor adaptatie in steden90. Hoewel de gevolgen van klimaatverandering vergaand zijn, bestaan er ook grote onzekerheden over hoe de gevolgen zich zullen ontwikkelen. De Wereldbank raadt daardoor aan om beslissingen rondom adaptatie zoveel mogelijk uit te stellen, zodat deze met betere kennis kunnen worden genomen91. Deze aanbeveling komt overeen met de nadruk van de ‘Delta Coalition’ – een initiatief van o.a. Nederland om effectievere maatregelen in delta gebieden te treffen – op experimenteren en ‘continuous learning’92. De focus van investeringen zou moeten liggen op zogenaamde ‘no regret measures’: oplossingen die helpen bij huidige patronen van wateroverlast. Het beter omgaan met wateroverlast vereist innovatie en nieuwe denkmodellen. Adaptatie kan op minstens drie manieren: leven met water, infrastructuur en betere landbouw technieken.

Het denkmodel ‘leven met water’ staat voor het opbouwen van weerbaarheid ten aanzien van extreem weer, met als basisprincipe dat extreem weer niet te voorkomen is maar wel beter mee geleefd kan worden93. Leven met water houdt onder andere in dat water de ruimte krijgt in plaats van met ‘harde’ infrastructuur in te dammen. Een voorbeeld hiervan is ‘low impact development’: het gebruik van vegetatie en poreuze materialen in steden om de natuurlijke bezinking van water te bevorderen94. Deze vorm van ‘slimme groei’, biedt grote kansen in armere landen waar steden nog volop in ontwikkeling zijn en van deze inzichten kunnen profiteren. Daarbij is ‘low impact development’ vaak kosten effectiever dan traditionele infrastructuur voor stormwater management: een studie in de VS / Canada suggereert besparingen van 15-80%95.

89 World Resources Institute, Ironically, flood control is flooding New Orleans, 2008 (http://www.wri.org/blog/2008/03/ironically-flood-control-flooding-new-orleans)
90 World Bank, Economics of Adaptation to Climate Change: Synthesis Report, 2010; World Bank, Climate Finance in the Urban Contex, 2010; adaptatiekosten zijn totale kosten voor adaptatie aan klimaatverandering, waar wateroverlast een belangrijk deel van uitmaakt
91 World Bank, Economics of Adaptation to Climate Change: Synthesis Report, 2010
92 Building an international coalition for integrated delta management and resilience (http://www.wcdrr.org/wcdrr-data/uploads/445/09-03- 15%20Draft%20concept%20note%20-%20Delta%20Coalition%20Side%20Event.pdf)
93 De term ‘leven met water’ is gebaseerd op het Nederlandse concept, maar heeft zijn
toepassing ver voorbij Nederland
94 UNEP, Clearing the waters, 2010

Voorbereid zijn op extreem weer is nog een effectieve manier van leven met water die ervoor zorgt dat de negatieve gevolgen beperkt worden Een studie van een selectie van ‘early warning systems’ projecten in Azië berekent dat deze $559 aan besparingen opleverden voor elke $1 die werd geïnvesteerd96. Een belangrijk onderdeel van voorbereiding is begrijpen hoe wateroverlast zich ontwikkelt en welke gebieden hier het meeste last van gaan hebben. Om dit goed in te schatten is veel data nodig, dus net als onder het kopje ’Watervraag’ zijn ook hier investeringen in innovatieve vormen van datacollectie en -analyse nodig.

Extreem weer heeft een grote impact op de landbouw, welke op haar beurt weer een grote impact heeft op mensen doordat veel mensen, vooral in ontwikkelingslanden, afhankelijk zijn van landbouw. Betere landbouwtechnieken zijn daarom ook een belangrijke manier voor mensen om zich aan te passen aan wateroverlast. Zo laat Sustainable Land Management Partners bijvoorbeeld zien hoe een innovatieve manier van veeteelt meer weerstand kan bieden voor droogte (zie kader).

Case study bedrijf: SLM Partners weerstaat Austalische droogte
Droogte is een grote uitdaging voor boeren in Austalië. Sustainable Land Management Partners heeft ingezet op het natuurlijke kuddegedrag van koeien om hier een innovatieve oplossing voor te ontwikkelen97. Volgens een methodiek die ook wel ‘mob grazing’ wordt genoemd, worden de koeien bij elkaar gezet in een zeer kleine afrastering. Binnen deze afrastering grazen de koeien in een á twee dagen het land helemaal kaal, waarna ze naar de volgende afrastering worden geleid. Doordat het land verdeeld is in vele kleine afrasteringen, komen de koeien pas na een jaar terug. Doordat het land ruimschoots de tijd heeft om te herstellen, en omdat de koeien met hun hoeven het land intensief bewerkt hebben, groeien het gras en andere planten veel sterker terug. De koeien hebben meer te eten en een veel gevarieerder aanbod. Dit is tegelijkertijd de buffer tegen droogte: op satelietfoto’s is duidelijk te zien dat het land van SLM groener is dan dat van naburige boeren. Het feit dat de grotere hoeveelheid biomassa die op het land aanwezig is fungeert als een ‘carbon sink’ en daarmee klimaatverandering tegengaat, is een mooie bijkomstigheid.

Infrastructuur is traditioneel de belangrijkste vorm van adaptatie geweest en zal ook in de toekomst een centrale rol hebben. Doordat dit terrein gedomineerd wordt door grootschalige projecten, is dit speelveld voor impact investors minder bekend terrein. Ook hier vindt echter innovatie plaats waarin impact investors een rol kunnen spelen. Zo werkt startup Flexbase bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van een drijvend funderingssysteem waardoor huizen en andere gebouwen op het water kunnen worden gebouwd, of op land dat blootgesteld is aan overstromingen. Dit is ook weer een mooi voorbeeld van leven met water.

95 US EPA, Reducing Stormwater Costs through Low Impact Development (LID) Strategies and Practices, 2007
96 Subbiah et al, 2008
97 www.slmpartners.com

Overwegingen voor het kiezen van een impact investing focus

In deze sectie worden de verschillende oplossingsrichtingen op een aantal criteria vergeleken om ondersteuning te bieden bij het maken van keuzes voor het aanbrengen van een duidelijke focus. Focus heeft het voordeel dat de impact over het algemeen groter is bij specialisatie doordat de leercurve van de impact investeerder versneld wordt.

Focus kan worden aangebracht op het niveau van geografie en/of thema. Naarmate de focus wordt aangescherpt gaat de impact omhoog, maar wordt het in eerste instantie lastiger om uit te voeren doordat de impact investeerder zich heel erg in een thema en/of geografie moet verdiepen en de keuze in investeringsproposities beperkter is. Op termijn gaat de uitvoerbaarheid omhoog doordat men wegwijs is geworden, en ondernemers/co-investeerders in het gekozen focusgebied de investeerder weten te vinden (men wordt ‘een speler’ binnen het gekozen gebied). De specialisatie zorgt ervoor dat de investeerder het speelveld steeds beter begrijpt waardoor betere investeringen kunnen worden gedaan met meer maatschappelijk (en financieel) rendement.

Desalniettemin is een te smalle focus niet aan te raden. Er lijken twee ‘sweet spots’ te zijn. Een smalle thema focus met beperkte geografische focus helpt bij het vinden en verspreiden van de meest effectieve innovaties. Een smalle geografische focus met een beperkte thema focus helpt bij het bouwen van integrale oplossingen door te investeren in bedrijven die elkaar versterken (ecosysteem) en samen de complexe problematiek rondom water aanpakken.

In het kiezen van een thematische focus kan een aantal criteria worden gehanteerd. Hier is gekozen voor de volgende criteria: impact (urgentie), impact (effectiviteit), ondernemerschap, maatschappelijk rendement.
Deze worden hieronder kort toegelicht, waarna een overzicht van de toetsing aan de criteria wordt gepresenteerd.

Impact (urgentie)
De focus van de activiteiten ligt bij voorkeur op oplossingsrichtingen die de meeste urgentie hebben. Overwegingen hierbij zijn de omvang van het probleem binnen het (sub)thema, en de mate waarin het probleem toeneemt dan wel afneemt.

Impact (effectiviteit)
Hier wordt gekeken naar de mate van impact die door de gegeven oplossingsrichting wordt gerealiseerd. Overwegingen hierbij zijn de mate waarin de oplossingsrichting meerdere effecten sorteert (‘multiplier’ effecten), het maatschappelijke rendement, en de typische investeringsgrootte (hoe kleiner de investeringsgrootte, hoe directer de effectieve impact die door de Familie kan worden gerealiseerd). De typische investeringsgrootte wordt ingedeeld naar klein (€50k-€500k), middel (€500k-€5m) en groot (>€5m). Deze ranges zijn indicatief en gaan ervan uit dat de bedrijven zich in seed / round A funding fase begeven.

Ondernemerschap
Hier gaat het om de mate waarin ondernemerschap en innovatie een rol spelen binnen de gegeven oplossingsrichting. Daarnaast wordt gekeken naar de uitdagingen voor ondernemers, en de potentiele rol voor impact investeerders (II). Er is in dit paper geen analyse gemaakt van het financiële rendement (‘return on investment’) van de verschillende oplossingsrichtingen, maar in zijn algemeenheid moet rekening worden gehouden met een lange adem. Experts geven aan dat de tijd van ‘proof of concept’ naar commercialisering minimaal vijf jaar duurt, en typisch zo’n 12-14 jaar98.

Overzicht van vergelijking oplossingsrichtingen op basis van criteria
Hieronder worden de belangrijkste oplossingsrichtingen vergeleken op basis van de vastgestelde criteria. De oplossingsrichtingen zijn breed en complex en laten zich lastig samenvatten. Daarbij is het slechts beperkt mogelijk om ‘harde’ objectieve criteria te hanteren. Waar objectieve informatie voorhanden is, bijvoorbeeld op het gebied van maatschappelijk rendement, is dit in de overweging meegenomen. Het overzicht is een inschatting op basis van de grote lijnen die kunnen worden waargenomen in de literatuur en het interviewprogramma. De bedoeling van dit denkkader is dat het helpt bij het komen tot een goed onderbouwde keuze voor een thematische focus.

98 Interview water expert #1; Sarni, W. & Pechet, T., WaterTech, 2013; deze schattingen hebben betrekking op volwassen markten, terwijl voor ontwikkelingslanden geen schatting is afgegeven.

Appendix: voorbeeldvergelijking van impact per thema

99 World Water Development Report 2015; het aantal mensen dat geen toegang heeft tot schoon drinkwater
100 UN Water, GLAAS report 2014
101 CRED, The human cost of natural disasters 2015
102 Prüss-Ustün et al, Burden of disease from WASH, 2014
103 Prüss-Ustün et al (2014); hier worden zowel de doden als direct gevolg van geen toegang tot sanitatie, als de doden als gevolg van het gebrek aan handenwassen getoond
104 Cijfer is exclusief het aantal indirecte doden als gevolg van droogtes, bijvoordbeeld door uithongering en ziekte
105 WHO, Global costs and benefits of drinking-water supply and sanitation interventions to reach the MDG target and universal coverage, 2012; de baten die behaald zouden worden bij het behalen van universele dekking worden hier gepresenteerd als de kosten van de huidige situatie; het grootste deel van deze kosten (70+%) bestaat uit de tijd die mensen in ontwikkelingslanden besteden aan het halen van water
106 WHO (2012); de baten die behaald zouden worden bij het behalen van universele dekking worden hier gepresenteerd als de kosten van de huidige situatie; het grootste deel van deze kosten (70+%) bestaat uit de tijd die mensen in ontwikkelingslanden besteden als gevolg van het gebrek aan nabij gelegen toilet
107 De kosten per jaar zijn in realiteit waarschijnlijk hoger doordat voor slechts 36% van de rampen de economische kosten zijn gerapporteerd
108 Hoewel het aantal geraakte mensen bovengemiddeld in lagere inkomenslanden woont, worden de kosten bovengemiddeld in hogere inkomenslanden geleden
109 WHO (2012); dit percentage heeft betrekking op 136 ‘low income’ en ‘middle income’
landen
110 Dit is het gemiddelde voor de landen die door de Wereldbank zijn geclassificeerd als ‘lower middle income’ en ‘lower income’; de kosten als % van BNP zijn vele male hoger wanneer enkel lagere inkomenslanden worden meegenomen: voor ‘lower income’ landen waren de totale kosten voor alle natuurlijke rampen bij elkaar van 1994-2013 5,1% van BNP terwijl voor ‘higher income’ landen dit cijfer 0,3% was